Evangelische Gezangen, om nevens het Boek der Psalmen bij den openbaren godsdienst in de Nederlandsche Hervormde Gemeenten gebruikt te worden(1806)–Anoniem Evangelische gezangen, om nevens het Boek der Psalmen bij den openbaren godsdienst– Auteursrechtvrij Vorige Volgende LXXXVII. Amen. 1. Ja, Amen! Vader, ja! Gij slaat ons smeeken ga', Gij zult ons niet beschamen: Het woord van uw gena' Blijft, Vader! eeuwig Ja, Is Christus, Ja en Amen. 2. Gij, die ons bidden ziet, Verlangt ook, dat wij niet Slechts vragen, maar verwachten: Ons bidden is geen wensch, Die opgaat tot een' mensch, Wien 't faalt aan wil, of krachten. 3. Ons oog is op uw' Zoon, Die ons tot uwen troon, Als Midlaar, in wil leiden; Al wat ons hart begeert, Gelijk zijn voorschrift leert, Dat mag 't geloof verbeiden. [pagina 178] [p. 178] 4. Geeft ware Christuszin Ons reine wenschen in, Heeft die ons hart genezen, Dan moet de gansche ziel, Die biddend nederviel, Bij 't opstaan, Amen wezen. 5. Dit Amen geeft U eer, Dit Amen vraagt niet meer, Zou God mijn bede schenken? Dit Amen stelt gewis, Dat Hij, die d' Amen is, Zijn waarheid nooit zal krenken. Vorige Volgende