Evangelische Gezangen, om nevens het Boek der Psalmen bij den openbaren godsdienst in de Nederlandsche Hervormde Gemeenten gebruikt te worden(1806)–Anoniem Evangelische gezangen, om nevens het Boek der Psalmen bij den openbaren godsdienst– Auteursrechtvrij Vorige Volgende LXXVII. Christen pligt. 1. Waak, Christen! waak, blijf in 't geloof, Dat niemand u die kroon ontroov'. Gedraag u manlijk, wees kloekmoedig In 's Heeren aanbevolen werk, Standvastig, onbeweeglijk, sterk, Volijverig, altijd overvloedig: Uw arbeid zal in onzen Heer Niet ijdel wezen; Hem zij d'eer! 2. Voeg, Christen! bij geloove deugd, Den fieren moed in smart en vreugd, Om steeds het kwaad te wederstreven; Voeg bij de deugd een kloek verstand, Dat eigenzin en waan verbant; Bij kloek verstand een matig leven? [pagina 159] [p. 159] Voeg bij de matigheid geduld, Als God wil, dat gij lijden zult. 3. Voeg bij geduld godzaligheid, Opdat, daar gij uw licht verspreidt, De menschen op uw voorbeeld staren; Blijf, naar 't volmaakst en groot gebod, Met liefd' en eerbied jegens God, De broederlijke liefde paren, En, met dien broederlijken zin, Ook d'algemeene menschenmin. 4. O God! sta met uw' Geest ons bij, Opdat dit alles in ons zij, Steeds meerder in ons word' bevonden; Dan zullen wij met waar gevoel Het heilig, U betaamlijk doel Van 't groot verlossingswerk doorgronden, Och! dat ons zoo de jongste dag Niet ledig, niet onvruchtbaar zag. 5. Dan, zoo geheiligd in 't gemoed, Zoo voor den hemel opgevoed, Dan zien w' ons rijkelijk beschoren Den ingang in uw eeuwig rijk; O God! die zoo genadiglijk In Jezus ons hebt uitverkoren: Hem zij de lof, door al 't geslacht, Hier en daar boven toegebragt! Vorige Volgende