Evangelische Gezangen, om nevens het Boek der Psalmen bij den openbaren godsdienst in de Nederlandsche Hervormde Gemeenten gebruikt te worden(1806)–Anoniem Evangelische gezangen, om nevens het Boek der Psalmen bij den openbaren godsdienst– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 145] [p. 145] LXIX. Broederliefde. 1. In welken oord men vromen vindt, Hun aller lust en leven Is Jezus aantekleven; In Hem zijn w'allen eensgezind, In Hem zijn w'allen één, En eeuwig lotgemeen. 2. Wij naderen tot éénen troon, Als 't kroost van éénen Vader, Door éénen Geest te gader, Tot éénen God door zijnen Zoon, Die eens, voor aller schuld, Gods eischen heeft vervuld. 3. In Hem is God onz' aller God; Eén Heiland, één behoeder Is onzer aller broeder: Eén uitzigt is onz' aller lot, Eén Geest, die allen leidt In 't spoor der zaligheid. 4. Als één van ziel, als één van zin, Die één belang gevoelen, Die 't zelfde wit bedoelen, Verblinden w'ons in broedermin; Zoo dat w' in vreugden pijn, Elkandren alles zijn. [pagina 146] [p. 146] 5. Komt, wandelaars op 't zelfde spoor Wij reizen met elkandren, Wij helpen d' een den andren; Eén vriend, één leidsman gaat ons voor, In Hem, en door zijn kracht, Maakt eendragt meerder magt. 6. Komt, sterken wij dien liefdeband! Eén strijd is 't, dien wij strijden, Eén lijden, dat wij lijden, Op reis naar 't hemelsch vaderland, Waar w' eenmaal binnentreên; Daar zijn wij eeuwig één. 7. Gij, Jezus! die ons zaam verbindt, Wil zelf dien band versterken, Laat liefde liefde werken; Dat, waar ons ooit de wereld vindt, Zij, uwen naam ter eer, Van ons ook liefde leer. Vorige Volgende