Evangelische Gezangen, om nevens het Boek der Psalmen bij den openbaren godsdienst in de Nederlandsche Hervormde Gemeenten gebruikt te worden(1806)–Anoniem Evangelische gezangen, om nevens het Boek der Psalmen bij den openbaren godsdienst– Auteursrechtvrij Vorige Volgende XXXIV. Zedelijk bederf. 1. Wij werpen ons voor U ter neêr, Door schuldbesef verslagen: Ontferm U, och! ontferm U, Heer! Och hoor, verhoor ons klagen! Wij zijn 't niet waardig, neen, o neen! Dat Gij ons voor uw oogen Zoudt gedoogen, Doch waar, o God! dan heen? Waarheen met zoo veel zonden? 2. Ach! ons verstand, door waan misleid, Door zinlijkheid verdonkerd, Miskent, o God! uw heerlijkheid, Hoe helder die ook flonkert; Het eert uw heilge wetten niet, Hoe rein die in onz' oogen Schittren mogen; Gij ziet het, God! Gij ziet, Hoe diep wij zijn gezonken! 3. Ons hart, waarin de zonde leeft, Aan 't kwaad ten prooi gelaten, Verwerpt den raad, dien Gij ons geeft, Bemint, wat G'ons leert haten. O God! o God! wat hulp, wat raad! Waar vinden wij het ende Dier ellende? Ons denken zelfs is kwaad, Ja, tegen U vijandig! [pagina 66] [p. 66] 4. Wij komen nogtans tot uw' troon, Met al die schuld gevloden; Gij laat ons immers in uw' Zoon Als zondaars tot U nooden: Wij komen, Heer! op uw gebod, O Heer! wil ons vergeven, Schenk ons 't leven; Des zondaars dood, o God! Kan U toch niet behagen. Vorige Volgende