Evangelische Gezangen, om nevens het Boek der Psalmen bij den openbaren godsdienst in de Nederlandsche Hervormde Gemeenten gebruikt te worden(1806)–Anoniem Evangelische gezangen, om nevens het Boek der Psalmen bij den openbaren godsdienst– Auteursrechtvrij Vorige Volgende VI. Gods eeuwigheid. 1. Oneindig Wezen! door geen' tijd Beperkt, of ooit bewogen, Het denkbeeld, dat Gij eeuwig zijt, Verzwelgt mijn denkvermogen. Al peinz' ik eeuwen zonder tal, Ik weet' niet, hoe ik 't vatten zal, Gij waart en blijft steeds eeuwig. 2. Geen nieuwe zon schoot nog haar licht Op hare wereldbollen, Men hoorde nog geen lofgedicht Van Englentongen rollen; Het drooge was nog niet, geen meir Dreef nog op 't vlakke ginds en weêr, En toen reeds waart Gij eeuwig. [pagina 10] [p. 10] 3. Gij zaagt reeds van all' eeuwigheid, 't Aanstaand heelal verschijnen; Maar blijft dezelfde Majesteit, Wat word', of moog verdwijnen. Van d'Engel tot den worm in 't zand, Bepaalt Gij ieders lot en stand, En noemt het al bij name. 4. Uw wereld duurt reeds eeuwen voort, Door U steeds onderhouden; Haast komt haar einde naar uw woord, Reeds zien wij haar verouden: Maar nimmer groeit uw jaartal aan, Gij zult in eeuwigheid bestaan, Gij zult dezelfde blijven. 5. Ja, eeuwig blijft Gij 't geen Gij zijt, Wat heb ik dan te vreezen? Gij zult, in nood en dood, altijd Mijn rots, mijn toevlugt wezen. Uw trouw en uw erbarming is Zo eeuwig, als uw wezen is: Heil mij! die daar op bouwe! 6. Mijn ligchaam sterft, maar niet mijn geest, Dien zal ik U vertrouwen. O troost! daar Gij mij zelf op weest, Eens zal ik U aanschouwen! [pagina 11] [p. 11] Mijn ligchaam rust slechts voor een poos, Dan zal ik bij U eindeloos, Volmaakt gelukkig leven. 7. Schoon alles om mij heen vergaat, 'k Heb geen vergaan te vreezen; Voor uwen troon, die eeuwig staat, Zal ik ook eeuwig wezen. Gij hebt de hoogste zaligheid Uw vrienden eeuwig toegezeid; Ook mij, ook mij voor eeuwig! 8. O God! die mij d'onsterflijkheid Daar boven eens zult schenken, Houd mij voor uwe komst bereid, Laat mij daaraan steeds denken: Die zij mijn troost, mijn dierbaarst goed, Die sterke mij met kracht en moed. Om tot uw eer te leven. Vorige Volgende