Erts. Letterkundig jaarboek. Jaargang 4(1930)– [tijdschrift] Erts, letterkundig jaarboek– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 31] [p. 31] Anthonie Donker: De uitverkorene VANMORGEN was het gras weer hooger en Het fijne vlierblad groener na den regen. Geluk is onbestemd, niet te veroov'ren, IJler dan licht, lichter dan voorjaarsregen. Het is, als men haast alles heeft verloren, Een koele vrede waar de ziel in zweeft. Wie onbezonnen werd, wordt uitverkoren. Hij wandelt in het morgenlicht en leeft, En denkt: God heeft aan mij toch niet misdreven, Hij laat zijn rijkdom bloeien en vergaan En hij gaf elk een kleinen kans om even Zuiver te bloeien als de blauwe enziaan. [pagina 32] [p. 32] Anthonie Donker: Een necrologie HEBZUCHTIG, roekeloos en ontevreden heeft hij zijn leven waardeloos verdaan. Door een blinde koorts werd hij voortgedreven in een ontuchtig, ordeloos bestaan. Hoevele vrouwen heeft hij nagejaagd? Hoevele heeft hij van zich afgestooten? Waarom? Hij heeft het zich niet afgevraagd, zag evenmin de wanhoop in de groote oogen van wie hij schaamteloos verliet. Zijn hart was duister, in den grond verdorven. Vijanden dichtten een boosaardig lied, toen zij het hoorden dat hij was gestorven - Maar niemand hunner zag dien laatsten avond de kleine eng'len aan zijn doodsbed staan. En uit een laag en liederlijk bestaan tilden zij dan de ziel zoo diep gehavend en namen haar met zachte handen aan. Vorige Volgende