Erts. Letterkundige almanak. Jaargang 3(1929)– [tijdschrift] Erts, letterkundig jaarboek– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 184] [p. 184] Foto J. Mandel J.J. VAN GEUNS. Werk: Het Uur der Sterren (1928). Bijdragen in De Gids, Elsevier's, De Vrije Bladen. [pagina 185] [p. 185] J.J. van Geuns: Bij het portret van d'Annunzio VAN GERMAINE BROOKS, PARIJS ZIJ heeft als achtergrond de zee gekozen, een smalle dam waarmee de golven spelen, de kim vervloeiend in het eindelooze daarvoor heft zich onsterflijk Gabriele zooals de schilderes hem heeft begrepen: een wereldsch dichter of een eenzaam koning, de knevel dun gelijk de wenkbrauwstrepen, het voorhoofd van doorluchten droom de woning. Opdat wij 't beeld te zuiverder ontvangen is hem geen sieraad - goud noch steen - gegeven: een donkre mantel is hem omgehangen en slechts de hand verraadt het edel leven. [pagina 186] [p. 186] J.J. van Geuns: Avondmaal ER was ontsteltenis op hun gezichten toen zij te zamen waren. Niemand sprak. Van buiten gleden in de kamer lichten en vielen op het brood, toen Hij het brak. Eerst toen sprak Hij en zeide hun te eten: ‘Dat gij tot mijn gedachtenis dit doet....’ Zij waren dichter om hem heen gezeten. In 't midden stond de beker met zijn bloed. Wie naast Hem waren legden hunne hoofden tegen hem aan met oogen die verschrokken wanneer het was of iemand buiten riep. Maar één die 't allermeest in Hem geloofde lag aan zijn borst met lange blonde lokken en een gezicht zoo rustig of het sliep. Vorige Volgende