Lou Lichtveld:
Pro-Strawinsky
NIET voor het werk, maar voor de houding van den kunstenaar dient dit pleidooi tegenover journalistieke en schoolmeesterlijke hoon, voorbarigheid en wanbegrip. Want het neo-classicisme als werkwijze veroordeelend, ontkennen wij geenszins de noodwendigheid voor sommigen, om langs dezen weg tot het zuiveringsproces te komen, waaruit de groei van iedere kunstenaar, de evolutie van ieder nieuw kunstwerk ontstaat.
De kunstenaar, die in den hoogsten zin van het woord ‘actueel’ wil zijn, die dus de drager wil wezen van alle gevoelens en gedachten van zijn tijd, de vervuller van alle behoeften van zijn tijdgenooten, moet met de roekeloosheid bezield zijn van één, die meer geloof heeft in de vitaliteit van wat hem omringt, dan in de manifestatie van wat hem persoonlijk dierbaar is. Dit sluit allerminst de manifestatie van zijn eigen persoonlijkheid uit, daar de mate van zijn roekeloosheid, het omvattende van zijn blik, de diepte van zijn experimenten de directe weerslag zijn van zijn individueele geaardheid.
Een kunstenaar kan belangrijk zijn, omdat hij vanuit een aangeboren oorspronkelijkheid elementaire waarden bijbrengt, die op een gegeven oogenblik door hun schaarschte of onbekendheid allerkostbaarst blijken. Een ander echter kan juist den omgekeerden weg volgen, en in zich alle verkregen waarden van zijn tijd verzamelen, deze condenseeren, de chaos van geestelijke producten tot een elementaire orde brengen: een tijd openbaren aan zichzelve. Het blijkt wel, dat beide vormen ‘actueel’ kunnen zijn, en de groote verschillen liggen dieper en buiten elk tijdsverband; zij zijn het gevolg van centrifugale of centripetale functie bij den kunstenaar, van een inductieve of een deductieve werkwijze. Er is hierbij geen sprake van minderwaardigheid, zelfs geen sprake van antipodisme, want in één mensch kunnen zeer goed beide geaardheden aanwezig zijn.
Onder invloed van veranderingen rondom hem, kan de oorspronkelijkheid van een kunstenaar effectief ophouden te bestaan; dan treedt slechts de versnelling op van een algemeen proces: dat na verloop van tijd elke vondst gemeenplaats wordt, uit elke individueele uiting voor een bepaald gedeelte volkskunst resulteert. Voor een kunstenaar, die tot deze ontdekking komt, blijft er practisch maar één weg open, namelijk de bestrijding van den distinctie-drift, die hem zou willen verleiden tot het behoud van een schijn van oorspronkelijkheid, welke door de verandering van entourage in werkelijkheid niet meer bestaat. Het lijdt geen twijfel, dat in zulk een psychisch conflict alleen de zeer sterke kunstenaar overwinnen kan, daar alleen de roekeloosheid van de zéér groote mensch in staat is, alles op het spel te zetten voor een kleine winst. Voor den kunstenaar zelf, is het intusschen de eenvoudige keus tusschen waarachtigheid of leugen, tusschen leven of dood.
Niemand heeft mij sterker dan Strawinsky doen beseffen, hoe hevig en meedoogenloos deze strijd kan zijn. Tot zijn vóór-oorlogsche balletten ging het enkel om de manifestatie van zijn oorspronkelijkheid; de strijd rond zijn figuur was de strijd, die voor elke nieuwe vorm, voor elke breuk met de conventie gevoerd moet worden. Maar het is een strijd waarin vroeg