Paul van Ostaijen:
Zelfbiografie
IK ben geboren. Dit moet worden aangenomen, alhoewel een absoluut objektief bewijs niet is voor te brengen. Aksioom in het domein van de subjektieve ervaring. Objektief is het slechts gissen. Dus: zijn wij geboren. Zien. Tasten. Maar lachen om het weinig overtuigende van dat bewijs. Ik vraag: wie is wel degelik geboren?
Nochtans: ik werd geboren. Spijts gegronde twijfel, moet ik ook aan deze twijfel twijfelen. De menselike funktie schijnt van eerstaf als twijfel aan de twijfel te zijn gedetermineerd.
Op tweejarige leeftijd: spoorwegramp. Schrik zonder kennis daargelaten; geen boze gevolgen. In de zware Struggle for life met bitterheid daarover gemediteerd. Mijn leven begon met ontsporing. Zò begrijpelik dat ik het leven steeds van deze zijde beschouw: hoe ontspoor ik op de voordeligste wijze. Want dat een mens daar is om te ontsporen, daaraan kan ik, vroeg ontspoorde, niet meer twijfelen. Was deze spoorwegramp wel werkelikheid? Is zij misschien enkel lokalisatie van een vroegrijpe wil tot ontsporen? Of nog: onduidelike herinnering van een zeer vroege ‘Alpdruck’?
Mijn bloedverwanten droomden: muziekale wonderknaap. Evenwel geen talent. - Maar toestanden uiterst gunstig. Slechts éénmaal voetbal gespeeld. Voldoende om een 10 × 2 cM. lang op breed lidteken te behouden. Ik speel geen voetbal meer. Mijne Heren, ik ben een slachtoffer van de sport. Na zorgeloos leven kamp om het bestaan te Berlijn, Potsdam en Spandau. Niet romanties. Fantasie is de vertelling dat ik het van liftboy tot eigenaar van een wachtlokaal zou hebben gebracht. Ben veel te primitief om vooraanstaande plaats in de samenleving te bekleden. Spijts zeer verlangend het niveau der vlaamse dekadenten te bereiken, begrijp ik mijn ‘Unfähigkeit’. - Op het punt van leraar voor rhytmies-typografiese poëzie te worden benoemd, moest ik bedanken, daar niet in het bezit van een geklede jas. Had ik maar een geklede jas! In de tang van de Struggle f.l. sigaretteventer, oppikker (Schlepper) in dienst van een nachtlokaal alwaar naaktdansen. Eindelik fatsoenlike plaats door voorspraak van een vooraanstaand kunstkritieker: verkoper in een schoenmagazijn, afdeling dames. Vandaar sterke beïnvloeding. Zie: ‘Sikkelbeen’, ‘sideriese slinger’ = invloed schoenmagazijn afdeling D.
Zeer gelukkig om deze goede situatie, alhoewel met weemoed naar het westen starend. Le bonheur est fait d'un je-ne-sais-quoi mélancolique. Brussel. O deze luxestad nog éénmaal zien. Sterven met de weelde van een brusselse bar in perspektief. O Wonne!
Drie boeken uitgegeven: ‘Music-Hall’, ‘Het Sienjaal’, ‘Bezette Stad’. Misschien is ook dit slechts massahypnose. Wie kan bewijzen, dat hij deze boeken heeft gelezen. Laat staan: begrepen. God beware. Ik zelf heb ze niet begrepen.