Erts. Letterkundige almanak. Jaargang 2
(1927)– [tijdschrift] Erts, letterkundig jaarboek– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd2.In den ‘geloovigen kunstenaar moet het geloof bij het scheppen handelend zijn overeenkomstig het aesthetische, wil het ‘geloovig’ kunstwerk ontstaan. | |
3.Meer weten maakt het geheime grooter!; over een ontdekt eiland waait altijd de wind van een verder Oceaan. | |
[pagina 140]
| |
4.Gij zeidet: ‘wij hebben de sterren gebonden door onze bepaling’ en morgen doorkreist een gedachte ons, wijder dan uwe bepaling. | |
5.De onrechtvaardigen: de waarheid en 't zout dezer wereld, en de kans voor de ‘rechtvaardigen’ op den hoogmoedigen waan over zichzelven. Zoo ook: zondaars en uitverkorenen. | |
6.'k Herinner mij den nacht toen gij zeidet: ‘nu voltooit zich de Droom’, en ik dacht:: ‘Nu rijst de onweerstaanbre werkelijkheid.’ | |
7.Een naam noemen is even roerend en schokkend als het lijflijk aanraken; het is een even groote bevangenis. | |
8.De haat is een lang geduld. Hij kan wachten, alsof hij zijn doel vergat, tot de daad, opeens, uit zijn handen bliksemt, en de gehate neervalt, geteekend met den zwarten cirkel, daar waar de schroeiende bliksem insloeg. | |
9.Bij vreugden te bidden is noodzakelijk; in leed biddend te vragen is op aalmoezen hopen en op verdere reiskost. | |
10.Wie gelooft dat hij voltooide, begint te sterven. | |
11.Niet bij de volgroeiden leert ge, maar bij wie beginnen te spreken. Zij stamelen 't nog onbekend geheim. | |
12.'t Karakter geeft aan de gave den duur. | |
13.Toen ik op de Idee joeg, verdween zij; ik zat stil en verlaten, en zij kwam glanzend van zekerheid, en van verzekerdheid deemoedig. | |
[pagina 141]
| |
PLASSCHAERT
Naar een teekening van v. Uytvanck. |
|