Erts. Letterkundige almanak. Jaargang 2(1927)– [tijdschrift] Erts, letterkundig jaarboek– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 65] [p. 65] Victor J. Brunclair / Wijze maagd De boetgezant zo stroef werd minzaam na het maal Volzomer heeft haar goed geduld verdreven weg van het kantkussen en zijn onvoltooid figuur. O wildzang van de lachvogels hoge triomf en jubel het weeldeland in glooiïng aan haar mijmerhuis zo stil kollebloemen ontbloeien op haar klare droomkoon en zij treedt de lange laan in de goede wachtengel achterna die voor de deurpost hield zijn blank verwijl en koele schaduw van zijn vlerken op haar leven. Zal zijn hooggerezen godsgestalte zich veropenbaren boven bandeloze groei van rijpgebalde aren vol aardkoorts in verrukking zat. Langs een gulden haardraad op haar schouder daalt vreemd gestreel dat jaagt haar hartklop aan kleurt hoogrood haar wang. Zij weert de begeert en vindt een beestje van Onze Lieve Heer dat zet zij mild en teder op haar kleed neer in hemelblauw. Morgen klateren weer de klossen en wordt de kantfiguur van de beschermheilige het altaarkleed voltooid. Vorige Volgende