[Erts 1926]
Voorwoord
Als tegenwicht tot de vele theoretische onderscheidingen en disputen, waarmee de jongeren sedert eenigen tijd het terrein der publieke belangstelling hebben betreden, heeft deze Almanak ten doel den vollen nadruk te laten vallen op het scheppend werk van hen, die in de laatste vijftien jaren hebben gedebuteerd. Wij hopen door deze uitgave, sine ira et studio samengesteld, den belangstellenden maar mogelijk in verwarring gebrachten toeschouwer een gids te schenken, zonder evenwel zelf een oordeel uit te spreken: dit vragen wij veeleer van den lezer.
Bij de desondanks noodzakelijke keuze hebben wij ons uitsluitend door artistieke overwegingen laten leiden. De splitsing, die in de tijdschriften dezer jongeren tot uiting komt, is hier vermeden: slechts in het overigens zakelijk gehouden Register zal men hierover eenige mededeelingen aantreffen.
Wij meenen hierdoor van de plicht tot het schrijven eener critische inleiding ontheven te zijn. ‘Erts’ doopten wij deze tekstuitgave: een chaotisch geheel in een onvoltooide, doch reeds kernen aanwijzende formatie. Wat in 1925, naar eigen oordeel, representatief geacht werd, is hier opgenomen. Werk, op een hoogstschaarsche uitzondering na nog nimmer gepubliceerd, maakt dezen bundel tot een onmiddellijke afspiegeling van de huidige ontwikkelingsfaze.
De verschillende richtingen, ook die elkaar bestrijden, zijn hier tezamen met enkele afzijdig gebleven figuren vertegenwoordigd.
Van zoo goed als alle letterkundigen, wien de voort-