Een nieuw liedt-boeck, genaemt het Enchuyser bot-schuytjen
(1681)–Anoniem Nieuw liedt-boeck, genaemt het Enchuyser bot-schuytjen, Een– AuteursrechtvrijStemme: Wel wat maeckt ghy hier mijn schoone Bruynette.1.
'K Wens u goeden dach O mijn Schoon Clorinde
Uyt verkooren bruydt van mijn waerde Trouw,
Wel ter goeder uur kom ick u hier vinde
Daer ick u mijn liefde verkonden sou,
Schoonste Engel in mijne ziels beminde
Mocht ick u een werven tot mijn vrouw.
2.
Ick heb u Bemint over vele dagen
Daer van geef mijn hert getuygenis,
| |
[pagina 56]
| |
Alderliefste lief hoort mijn bitter klagen
Daer van uwe schoonheyt de oorsaek is,
Denckt eens hoe ick woel in een zee vol plagen
Ach verlost my van dees onsteltenis.
3.
U Volmaeckte beelthout mijn ziel gevangen
Lipjes als Robijn en Corale mondt,
Ende soete roosjes van u wangen
HHebben my mijn hert tot de doodt gewont
Laet my dan vriend in troost van u ontfanghen,
Want ghy cont alleen maken my gesont.
4.
Is 't dat ghy mijn klagen niet wilt aenhooren
Noch door gronden mijne stantvaste min,
Soos al ick met Suchten de lucht doorbooren
Dat Cupido keert uwen straffe sin,
Och mijn ziels vooghdes wilt gy my vermoorden
Daer ick u als u trouwe vrient bemin.
5.
Neen mijn tweede ziel laet u dienaer leeren,
Die gants voor de trouw van u Schoonheyt leyt
Want u natuer heeft een aert gegeven,
Die vervalt is met alle suetigheyt
Ach Clorinde siet d' Oorloch wort gedreven,
Leeft met my in vree in der eeuwigheyt.
Bent gy van den Min besmet,
Wandelt na het Echte-bedt.
|
|