Enchuyser liedt-boecksken
(1668)–Anoniem Enchuyser Liedt-boecksken– AuteursrechtvrijToon: Poliphemus aen de Strande.SOets Meysjes set u sinnen,
Om te minnen,
Die u eerst sijn min aenbiedt,
Soo moogt gy naer wensch oock rusten
In de lusten,
Die u Bruydtje nu geniet.
Is ‘er soeter voor de menschen
Hier te wenschen?
Neen het seker, ’t is het soet,
Dat de grootste van de Goden,
Soo kan nooden,
Dat hy neder dalen moet.
Wilt u spoedigh dan begeven,
Om te leven,
En te doen gelijck ghy woud,
Dat ‘er aen uw selve schiede:
Wilt niet vliede,
Dat ‘et u hier na niet roud.
| |
[pagina 83]
| |
Want het is dan vaeck te spade,
Om genade
Te verwerven van de qua’en,
Die men eertijdts heeft bedreven:
Wilt u geven,
Tot ‘et geen ick heb gera’en.
|
|