| |
| |
| |
| |
Sophie Redmond
1907-1955
door
Mevr. S.A.S. Mitrasing-Sitalsing)
Aan de vroegere Steenbakkersgracht, die nu de naam DOKTER SOPHIE REDMONDSTRAAT draagt, staat huize JOSEPHINE, het huis, waarin deze bijzondere vrouw haar laatste levensjaren doorbracht.
SOPHIE werd op 14 januari 1907 als dochter van een onderwijzer geboren. Zij bezocht de lagere school in Nickerie en Coronie, daarna de Van Sypesteynschool en tenslotte de Hendrikschool.
Haar vader, PH. REDMOND, onderwijzer, later schoolhoofd, was een harde werker, die zeer gewaardeerd werd door zijn talrijke vrienden.
Zijn naasten kenden hem als een eerlijk en oprecht mens.
SOPHIE is een ware dochter van een voorbeeldig ouderpaar, dat alles deed om zijn twee dochters tot waardige burgers in de maatschappij te maken.
En het lukte hen ook. De wens van haar ouders was hun beide dochters muziekonderwijs te doen genieten.
Ofschoon vader REDMOND graag wilde dat SOPHIE piano studeerde, ging zij liever viool leren.
Al zijn praten hielp niet en zo kwam het dat SOPHIE haar vioollessen aanving bij de vioolleraar J. Bueno de Mesquita,
| |
| |
die verklaarde, dat zij de eerste leerlinge was, die op zo'n leeftijd begonnen, het zo ver gebracht had.
Na de dood van haar muziekleraar wenste zij niet onder een ander haar vioolstudie voort te zetten en zo kwam er een einde hieraan.
Toen het eindexamen van de Hendrikschool met succes werd bekroond, moest zij haar beroepskeuze bepalen.
De schrik sloeg vader REDMOND om het hart, toen zijn dochter steevast verklaarde dokter te willen worden.
Hij had graag gezien dat zijn dochter onderwijzeres werd en vestigde haar aandacht op het feit dat ze van het vrouwelijk geslacht was, daarbij donker gekleurd en dat ze vrijwel geen kans maakte ooit het radicaal van dokter te behalen.
Desondanks was ze niet tot andere gedachten te brengen en zo gebeurde het, dat zij op 1 november 1925 als leerlinge van de geneeskundige school was ingeschreven. Dat de studie haar niet gemakkelijk zou worden gemaakt, zou SOPHIE ervaren.
Door volharding en doorzetting wist zij in 1935 de doktersbul in de wacht te slepen. Zij werd, zoals zij in de volksmond genoemd werd: dokteres.
| |
Sophie als dokter
Na het diploma van de geneeskundige school te hebben verworven, vestigde zij zich als particulier geneesheer in Paramaribo.
Zes jaar later trad zij in Willemstad in het huwelijk met de heer E.L. MONKOU.
Hoevelen zijn er niet genezen, met haar hulp zowel lichaamlijk als geestelijk.
Zij was een dokter die het beroep niet uitoefende uit broodwinning, maar uit liefde.
Liefde voor haar medemens. Op een dag komt ze een meisje met dikke filariabenen tegen. Ze houdt haar staande en zegt: ‘Verkeerd schoeisel en geen ideaal windsel om het been’. Ze praat met het meisje en nodigt haar uit om op de kliniek te komen.
‘Datra voe poti soema’ werd ze genoemd. Honderden armen en zieken werden gratis behandeld. Voor haar patiënten was ze een moeder en zuster.
Als ze op een morgen een jongen van een jaar of acht in een
| |
| |
winkel een fles ijskoude limonade ziet drinken, loopt ze naar hem toe en zegt:
‘Jongen, moet je nu al jouw lege maag vullen met zoveel gas? Weet je dat je voor een dubbeltje een brood en wat melk kunt kopen en dat je daarmee beter gevoed zou zijn? Doe het morgen niet meer’.
In haar radiopraatje lichtte zij de mensen op verschillend gebied voor. Zo verzorgde zij voor de AVROS in de Surinaamse taal de rubriek: Datra, mie wan'aksi wan sanie’.
Dokter SOPHIE REDMOND was dokter van verschillende ziekenfondsen, o.m. van het Jubileumfonds en van het Nieuw Rooms Katholieke Ziekenfonds.
| |
Sophie als artist.
Dat SOPHIE ook andere talenten bezat zien we uit de toneelstukken die van haar hand verschenen en waarin ze vaak zelf een rol vervulde (Mies Jana e go na stembus, Grontapoe na hasitere, enz.).
Meer dan eens trad ze op in stukken die niet door haar zijn geschreven.
Voortreffelijk was haar optreden in ‘De wereld heeft geen wachtkamer’. Overbekend zijn haar kernachtige gezegden.
Het was haar als weinigen gegeven werk te verrichten op medisch-sociaal en cultureel gebied. Op zekere dag komt een ex-Hansen patiënt die zijn vingers heeft verloren naar haar toe om hulp.
Zij antwoordt hem: ‘Mi vriend ik heb zelf geen geld, maar zal wat bedenken’.
Ze schrijft een toneelstuk en studeert het in samen met enkele vrienden. De opbrengst is bestemd voor de arme man, maar het geld wordt gestolen en zo gebeurt het dat SOPHIE dit uit eigen zak moet betalen.
Kort voor haar dood schreef ze: Jezus de da watra voe liebie’. Dokter SOPHIE werkte niet alleen aan het lichamelijk welzijn, maar ook aan het geestelijk welzijn van het volk.
| |
Sophie als huisvrouw
Ook haar vrolijke en impulsieve kant kennen we.
Zo kon het weleens gebeuren dat zij met een plan rondliep en dan naar haar vrienden kon gaan en zeggen: ‘Ik heb een
| |
| |
plan en we moeten het meteen uitvoeren’. En dan moest en zou het gebeuren, vooral als het om minder goed bedeelden ging.
Haar allerlaatste plan was de armste kinderen uit haar straat bij haar thuis te laten komen en hun alles wat ze in het leven nodig hebben bij te brengen z.a. koken, naaien, huishouden, Surinaamse cultuur, enz. Daarbij riep zij dan de hulp in van vrienden.
Geen werk was haar te min. Tot verbazing van haar patiënten nam ze zelf de bezem ter hand om stoep en trottoir te vegen. In elk uitzicht was ze vooruitstrevend.
Uit principe kocht ze geen geimporteerde vruchten in blik, maar experimenteerde met Surinaams fruit. Zo maakte ze sapotille ice cream, pomme de rac ice cream enz.
Croquetten van z.g. nengre-fisi smaakten in een tijd waarin deze vis als iets minderwaardigs gold en haast nooit gekocht werd, uitstekend.
Ze vertelt een keer, dat een dame voor 50 cent vis op de markt kocht voor de hond. ‘Ga even in de keuken kijken’, raadt ze haar vrienden aan, ‘dan zul je zien wie de hond is’.
In de oorlogstijd zien we hoe vindingrijk ze is.
In slaatjes vervangt ze doperwten door heel fijn gesneden kouseband, aardappelen door cassave, augurken door komkommers. De ‘koto’ komt weer in aanzien.
Zelf verschijnt ze vaak in de mooiste koto's.
| |
Sophie als mens:
‘Joe taki die foe joe erger, poer hede na doro’. Met deze woorden troostte ze niet alleen zichzelf, maar ook allen, die haar hun moeilijkheden kwamen voorleggen. Niet alleen met hun lichamelijke ziekten kwamen ze naar haar toe; huwelijksproblemen, gezinsmoeilijkheden, financiële zorgen, voorlichting op huishoudelijk gebied, al deze problemen kreeg ze om op te lossen.
Ofschoon ze haar eigen moeilijkheden had, hielp SOPHIE waar nodig, met verontachtzaming van haar eigen persoon. Ze was niet alleen een goede dokter, maar bovenal een mens, die zichzelf opofferde voor haar medemens. Een goed christen in de ware zin des woords, voor wie niets te veel was wanneer het ging om het leed van een ander te verzachten.
| |
| |
Hoe trouw de graven van vele zendingsbroeders en zusters door haar werden verzorgd is niet aan velen bekend.
In stilte deed ze hetgeen ze goed dacht voor haar volk.
Helaas begreep niet iedereen het goede dat SOPHIE met haar volk voorhad. De beschuldiging, dat ze de armen alleen maar opzocht om hun levensomstandigheden belachelijk te maken, weerhield haar niet, ongestoord te blijven werken in het belang van het Surinaamse volk. Niet gesteld op publiciteit, kostte het in 1950 veel moeite haar bij een tussentijdse verkiezing te bewegen zich candidaat te stellen voor de Staten. Het ideaal, voor haar volk een beter Suriname te scheppen, deed haar hiertoe besluiten. De verguizing, die toen haar deel werd, deed haar een afkeer krijgen van alles wat politiek was. Hoe SOPHIE haar leven in dienst stelde van haar medemens, blijkt uit de gebeurtenis die haar dood tengevolge had.
Op zekere dag zou er te Onoribo een vergadering van eigenaren van de gronden aldaar worden belegd. Als vertegenwoordiger van deze eigenaren trad pp de heer REDMOND, vader van SOPHIE MONKOU-REDMOND. Wetende, dat haar vader niet meer zo sterk van gestel was, besloot ze deze te vergezellen, ofschoon ook haar gezondheid te wensen overliet, en elke vorm van opwinding voor haar noodlottig kon zijn. De vergadering had echter een zodanig verloop, dat SOPHIE zich zo opwond, met het gevolg dat ze een inzinking kreeg en kort daarna overleed, tot grote droefheid van het Surinaams volk. SOPHIE is niet meer, maar haar naam zal voor altijd in de harten gegrift blijven.
| |
Literatuur:
| AURORA 796 No. 10 Speciaal nummer: Ter nagedachtenis aan dokter Redmond, Paramaribo September 1955. |
| |
| |
| |
Mies jana e go na stembus
De heer th. Comvalius schrijft ons:
Het was een goede gedachte van het ‘Dames Commitee’ om met het oog op de komende verkiezing, degenen, die niet voldoende ingelicht zijn over de gang van zaken bij de stembus, een begrip hiervan bij te brengen middels een toneelstukin onze landstaal, dat wel geslaagd is.
De schrijfster van het stuk, wij menen de onderwijzeres mej. Rijsel, die reeds vele malen blijken van haar talent op dit gebied gegeven heeft, is het gelukt met alle bijkomstigheden bij een verkiezing rekening te houden.
Hierdoor heeft ze een goed aaneensluitend geheel kunnen aanbieden, dat op voorbeeldige wijze vertolkt is, o.m.: door Dr. Redmond, vroedvrouw Rellum en vele anderen. Bovendien heeft het stuk een opvoedende waarde, welke wij menen te hebben ontdekt in het streven, om de min ontwikkelden te beschermen tegen invloeden van verkeerde propaganda. Het gevolg ervan zal zijn, dat ook dezen doelbewust hun stem zullen uitbrengen op degenen, die zij naar hun oordeel geschikt achten in het Staten-college zitting te nemen.
Dokter Redmond, die door haar praktijk ook in aanraking met de lagere volksklasse komt en goed op de hoogte is van haar denkwijze en gewoonte, heeft zich van de taak van ‘vertrouwensvrouw’, haar door de schrijfster toegewezen, uitstekend gekweten.
Wij mogen het commité ingunstige overweging geven, om het stuk nog meerdere malen te laten opvoeren, teneinde de brede massa in de gelegenheid te stellen met de rijke en leerrijke inhoud haar voordeel te doen.
De West
|
|