Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 50(1940)– [tijdschrift] Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 453] [p. 453] Gedichten door Roel Houwink Gevangenschap Voor G. Door 't hooge venster vloeit een koel grijs licht over zijn blind geheven aangezicht; zijn mond tast hunkrend naar een verren naam die hem zal roepen tot een nieuw bestaan. Zijn hart is deze aarde reeds voorbij: Hij ziet den vogel niet, die rank en vrij zich langs den wijden hemel spoedt. De dag is asch geworden in zijn bloed. De nieuwe tijd Binnen celwanden is mijn wil gesmeed tot een metaal, dat niet meer buigen kan. Nog kleeft aan mij het slonzig kleed van schaamteloos erbarmen. En ook van leed heb ik mij nog niet gansch bevrijd. Maar eenmaal in den laatsten strijd, wanneer ik eindelijk voor God zal staan. zal ik mijn naakte vuist tusschen Zijn oogen slaan. [pagina 454] [p. 454] Harlekijn op de kermis Ik heb drie veeren op mijn hoed gestoken en ben de kermis op gegaan: mijn hart is toch voorgoed gebroken, wat moet ik met de scherven aan? Er staat een molen wild te draaien: ik spring er op, zwier lustig mee. Straks gaat toch alles naar de haaien, vandaag telt ieder uur voor twee! Zoowaar, ik heb de roos geschoten en weet, mijn hand heeft niet gebeefd! Had ik maar op mezelf geschoten, dan had ik me niet overleefd! Nu loop ik met een pop van lappen: de heele wereld lacht mij uit en iedereen maakt vuile grappen over den narrenkoning en zijn bruid. Vorige Volgende