Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 49(1939)– [tijdschrift] Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 383] [p. 383] De strijd (fragment uit: ‘En ik diende’) door Jac. van Hattum Van blad tot biezen-rokje - en de sier der rose schelpjes; van het dier 't fluwijn, de marterpels - en Adam won het warmer kleed, dat Eva, zingend, spon en looide van een huid de schone dracht: het luipaardvel, de winst van sluwe jacht, van wild gevecht, de eêdle, bonte prijs; Godsvrede ver - want, buiten 't Paradijs, restte voor mens en dier dat ene streven - ten koste van elkaar -: het verder-leven; nauw' roekeloze, nauw' ontzinde moord, want elk bestond en zocht zich en z'n soort in stand te houden (wel zich zelf het meest). De bonte speelkat werd het gruwbaar beest, dat blies en klauwen uitsloeg - Adam sloop en joeg de hinden alle schuw te hoop en dreef ze, sidd'rend voor z'n kreten, op in dal en zijdal, in doodlopend slop, en las de doodsangst in 't gesperde oog, maar spande kalm de taaie wilgeboog, waarop een pijl zijn diepe bastoon zong; daar was een dier in z'n getroffen sprong, 'n laatste trap, 'n laatste felle beet.... en Adam knield' en stiet een rauwe kreet en beurde 't dier, de zo onmisb're schat, en droeg het aan, waar Eva zinnend zat op dagespijs; zij zag hem, torsend, gaan. wreed-schone strijder voor hun zwaar bestaan. [pagina 384] [p. 384] Viel deze strijd niet zoeter, dan dat deel aan rijpe pluk en onbezorgd gespeel, aan eeuw'ge vrede, aller voôglen wijs....? aan die beperking in het Paradijs: dé Boom, in huik van wakende abelen? In iets beknot, in één ding, nìet te delen, - van 't groots gedicht 't gemis van slechts één rijm - de eeuw'ge doem, dit treiterend Geheim, moest vreugde niet aan zo'n bezit ontgaan? en Eva koos de strijd om het bestaan: het harde werken, de rechtvaard'ge slaap.... en op haar schouder grijnsde breed de aap. Vorige Volgende