Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 49

[p. 198]

Aankomst
door A.C. van den Broek

's Avonds glijden stil de tijden
van den dag omlaag,
waar duister stroomen doode droomen
en de golven lichten vaag.

Aan den oever zie 'k u droever
dan te voren staan,
gij brengt uw dagen zonder klagen
en ziet staag het leven gaan.

Langs het lijden, langs verblijden
zal gewijd uw levensstroom
door het duister, dat den luister
van den dag maakt tot een droom,

U eens dragen, met der dagen
laatste, als een afgevallen vrucht,
door de kilte, door de stilte,
van de avondlijke lucht,

Naar de zeeën, vol van weeën
van de groote eenzaamheid,
waar de machten der gedachten
stormen om den dooden tijd.

Tot verre branden teere stranden
kleuren in vroeg morgenlicht,
en warme stralen streelend dwalen
om uw weder jong gezicht.