Reikt u mij de bloc-notes vóor u gaat?
Maar de Röntgenfoto, u kunt mij gerust de waarheid zeggen, of 't tering is of kanker.
Zeg 't maar gerust, - ik weet zoo zeker, dat ik niet echt ziek ben.
Kijk dan in de lijn van mijn hand: zoo'n krachtige, ver doorgetrokken levenslijn: ik word minstens tachtig of negentig jaar!
En iedere dag zal ik achter mijn bureau zitten, - een heel lang leven is ook wel noodig, dokter, om al dat werk klaar te krijgen.
Maar eens zal de stem van God donderend: ‘Halt’ roepen.
Dan zal ik opeens in mijn zin blijven steken, - geen woord zal ik verder kunnen schrijven!
Van schrik zal de penhouder me uit mijn handen vallen, - dan is het met me gedaan, na God's: ‘Halt!’
U heeft altijd met ziekte en strijd, met pijn en lijden te maken, dokter, - u kunt zich dat zeker niet voorstellen, dat een mensch zoo maar met éen stap van 't volle leven in de hemelsche zaligheid staat, hé?
Maar gelooft u niet, dat onze lieve Heer graag zieltjes heeft, die 't leven tot de laatste minuut gepuurd en genoten hebben?
Uw zieken snakken naar het einde, - 'k heb ze op de zaal wel hooren steunen en smeeken:
‘Verlos me, Heer!’
Maar ik ben zoo sterk en gezond, - ik ken geen pijn, en daarom moet God me wel verschrikken met zijn:
‘Halt!’
Anders vraag ik:
‘Eventjes nog, die éene zin alleen maar...?’
Die éene zin, dokter, misschien is al 't werk niet noodig, als ik die éene zin nog maar schrijven mag.
Stapels werk, dokter, - en éen zin....
Misschien is een leven nog niet lang genoeg om die éene zin te kunnen schrijven, - stil, stil, dokter, - nee...., roep niemand...., geen zuster, - ook mijn man niet.
Die eene zin...., ik...., ik vind de woorden niet....
Geef mij papier en potlood, dokter, dan kan ik 't wel formuleeren, - zoo'n mooi, glad vel, ja.
Zoo licht is de wereld...., zoo ijl...., 't potlood, - ik kan het niet vatten, dokter, - zoo zwaar...., zoo groot....
Die glans daar en die gloed.... en zie, al mijn papieren worden wolken.... Laat nu mijn hand los, dokter...., éen stap van het leven in de dood...., laat me maar gaan, dokter, God houdt mijn hand.... en ik mag in de wolken schrijven.... de éene zin....