De volgende morgen maakte Kick een overzicht, waaruit bleek, dat er, na aftrek van de minnelijk geregelde schulden, nog zes guldens over waren.
Even praatte ze toen enthousiast over het prettige gevoel ‘vrij man’ te zijn, geen aanmaningen meer, geen dreigbrieven, opnieuw beginnen met een schoone lei, doch dan drong de vraag zich naar voren: ‘Wat nu?’
‘Iets actueels,’ mompelde Els.
Kick masseerde haar ruwe huid, die rood verschraald schrijnde.
‘Iets aparts,’ zei Els.
‘Iets origineels,’ hielp Kick haar, doch verder kwamen ze niet.
Ze werden colportrices, acquisitrices en leurden met corsetten bij dames-in-de-betere-kringen, doch drie maanden later stond op een naambordje, in zwart op donker oranje: ‘Sierkunstatelier van de Dames Berkel en Blok.’
Kick werkte in het atelier. Een bleek-blauw rooksliertje kringelde boven haar hoofd en ze liet met vaste hand een stift met roodgloeiende pen glijden over een houten paneeltje. Ze brandde grillige bloemen, die diep donkerden op het blanke hout. Els kleurde met vlammend oranje, purper en goud.
Het atelier was laag, een middelmatig mensch kon er niet staan, doch Kick kon juist, als haar voeten normaal liepen, met opgeheven hoofd door het atelier gaan. Er was nog een donker hok met een altijd borrelenden gootsteen en dat doopte Kick ‘de sterfkamer’. Daar organiseerden muizen geheimzinnige feesten tusschen houtvoorraad en verpakkingsmateriaal.
In een steen van den buitenmuur stond gegrift: ‘Deze steen is geleght door Jakoba Goseling, out 5 iaar’, en op het eerste gezicht meende Kick: ‘Het kind zal hier niet veel jolijt bedreven hebben.’
Omdat ze nog maar één jurk had, waarmee ze ‘overal’ kon verschijnen, droeg ze onder het werken een flodderig peignoirtje. De bonte bloemen vloekten brutaal tegen haar koperen krullen, die vroeger kastanjebruin waren, doch koper kleurde beter bij haar grijze oogen, die volgens Els zoo ‘opzichtig’ konden glanzen.
Hun stemmen klaterden door de kale kamer.
‘Er bovenop komen,’ zei Els; daarbij dacht ze aan glanzende toiletten, aan soepele stoffen, aan restaurants met droomerige muziek, waar getemperd licht uit kleine mystieke kelkjes zou vloeien.
Dan werkte Kick automatisch harder.
Waarom?
Dat wist ze niet, ze verwachtte niets meer.
Als mijnheer Jansen-van-de-vrome-spreuken gekromd door het atelier ging, hield Kick haar oogen zedig neergeslagen om hem niet met haar opzichtige blikken te verwarren; als mijnheer de Bruin kwam deed ze kwijnend, maar vooral ook erg argeloos en lief, hij bestelde dan meer dan oorspronkelijk zijn plan was. Kick leverde alles op bestelling.