Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 45(1935)– [tijdschrift] Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 274] [p. 274] De fietser door J. van Tooren Wit en wispelturig Slingert het heidepaadje, Slingert het smalle paadje over de eindlooze hei. Flitst iets: Schichten van cirklende wielen, Trappende draaiende voeten, Handen klemmend het blikkerend stuur, En twee oogen diepradeloos, Blind. Oogen die zoo boordevol ontzetting waren, Of aller wijsheid weervraag daar was ingevaren, En aller liefde armoe, en elker smart bedaren. Hij schoot als een kreet voorbij. En blijft de suizlende heide Voor U en mij. Nauwlijks waarneembaar suizelend, Van heel ver tot vlakbij, Voor de hooge achtlooze wolken En de kromme knoestige dennetjes; Voor de vlamverstarde jeneverbes, Voor U En mij. Vorige Volgende