Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 44(1934)– [tijdschrift] Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 329] [p. 329] De dichter door Theun de Vries Beminden liefkoozen die hem de nachten schenken - zijn ochtenden heldren open, glanzend en blauw van dauw - en bij de eene aan den hartstocht der anderen denken: zoo werden alle tesaam voor hem de volmaakte vrouw. En van alle gestalten, die de dagen hem brachten bleef over de mensch en het dier in hun ongerepten staat, en van alle landschappen en hemelnachten het landschap der ziel dat storm- en seizoenloos vergaat. En van alle verbeelding door hem zoo hevig bemind restte het heilig gemis, waaraan hij zijn grenzen kende; zoo leerde hij, dat het leven voortdurend begint; en hij deed afstand, zoo vaak zich zijn liefde gewende. Hij droomde van grootheid sinds lang niet meer, hield zich bereid voor wat het lot, duister en wuft, over hem zou beslissen; arbeid en eenvoud en het kleine huis in den tijd: zijn eenig bezit, de laatste en diepste gelijkenissen. Vorige Volgende