Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 44(1934)– [tijdschrift] Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 258] [p. 258] Nacht door W. Hessels Wat weet de nacht? Hij is zoo groot - van alle monden die bezwijmen, van alle tranen en geheimen is hij de duist're deelgenoot. Maar in zijn oogen géen verraad, zijn sterren stralen onbezweken, - wie kan die groote stilte breken, wie stilt de zee die altijd slaat? O klaagmuur voor zoo menig hart, de zee vloeit af, de zee vloeit aan, gíj laat een zee van smarten slaan, maar aan úw kusten blijft het zwart. O altaar dat den gloed verteert van duizend liefde-stralende oogen: uw donker steen bleef onbewogen al werd de gloed in asch verkeerd. Wat weet de nacht? Hij is zoo groot - van alle monden die bezwijmen, van alle tranen en geheimen is hij de duist're deelgenoot. Vorige Volgende