Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 39(1929)– [tijdschrift] Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 31] [p. 31] Verjaardag, door Anthonie Donker. Voor Heleentje B. De zon rees aan de blauwe lucht, In huis was er een klein gerucht: Zoo stralend ging het kind ontwaken, Het was om alles te verzaken, Niet meer bekommerd of beducht, En 't zorg'lijk rimpelen om oogen Was in een glanzen weggetogen. Terwille van het jarig kind Was iedereen nu welgezind En vriendelijk naar zijn vermogen. Het teedere kan nooit in menschen Voorgoed verwelken en verflensen. Het blijft verborgen en bewaard, Het is er als een kind verjaart Opeens en zonder het te wenschen. De poppen waren, klein en groot, Gezamenlijk op 't feest genood. Daar zat zij, midden in den kring, Vol blijdschap en verwondering, De handjes rustend in den schoot. Iets moois komt altijd onverwacht. Heleentje had het niet gedacht. Waar was het toch vandaan gekomen, Het speelgoed van haar lichte droomen? Was 't al gebeurd in éénen nacht? [pagina 32] [p. 32] De poppen zaten er omheen, Dat het een tooversprookje scheen Van de kabouters die in 't bosch Eens in het jaar in bonten dos Behoedzaam in het daglicht treên. En alle poppen zwegen wijs, Het blondje, zwartje, lange lijs. Toch lachten ze zoo zonderling, Het zweemde naar verstandhouding, Maar geen vertelde van zijn reis. De wijze hond, de olifant, De dwaze aap, de haas parmant En allerhande goede dieren Waren het feest mee komen vieren En keken naar denzelfden kant. Want al die drommen en die stoeten Kwamen het jarig kind begroeten; Dat zat temidden van die pracht Alsof het ernstig overdacht Dit wonderbaarlijke ontmoeten. En allen waren nu tevreden. Er was geen toekomst of verleden. Er was niets dan de groote oogen Die aldoor keken en bewogen En elk verdriet vergeten deden. Arosa, 12-5-'28. Vorige Volgende