Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 38(1928)– [tijdschrift] Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 50] [p. 50] Sterren,Ga naar voetnoot*) door Adolf ter Haghe Langs dakespitsen die hun hemel sperren bespringen thans de sprankelende sterren bij duizendtallen weer de duistre stad. Hoe ze mijn ziel uit daags gevang bevrijden! Zij oop'nen voor mijn oogen 't eindloos-wijde zoodat mijn peinzen 't peilloos Ruim omvat. Zoo maakt de nacht mij naaste aller zonnen. Elk vonkt als vlam van 't zwarte Niet omsponnen, elk eenzaam, en toch saam in wezen één: sterren zijn Gods verspreide licht-gedachten en troosten, bakens in de zee der nachten, den mens, want ook zijn ziel brandt niet alléén. Want ziende naar der sterren vuurpupillen die talloos in onreikbre hoogten trillen ontstijgt de ziel aan lage aarde-smart; wie d'aether van de Eeuwigheid inademt houdt het Heelal in donkre borst omvademd: doorsterreld raakt de hemel van zijn hart! voetnoot*) Uit een April '28 te verschijnen bundel ‘Uit Ravijnen Omhoog.’ Vorige Volgende