Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 37(1927)– [tijdschrift] Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 346] [p. 346] De vogels door Piet Reyne. Avond in de stad; een donk're straat; en schrijnend De verwarde roep van vooglen en hun zenuwend gewiek. Eenden, trekkend over stad van menschen, en verdwijnend Achter de verlichte kranen van de gonzende fabriek. Verder nog, bevliegen zij met hun geruisch de stroomen, Waar de waatren nachtelijk verlaten in een donk're deining zijn, Waar hun trekroep nooit tot ons kan komen, Menschen, die gevangen, eenzaam en verlaten zijn. Vele steden zien zij branden in een kouden, verren schijn; Hoeveel steden, hoeveel lichten wiss'len aan hun horizont? 'k Weet niet, zal 't een heuvel of een rietland zijn, Waar, voor eene nacht hun trek een einde vond? Doch, om 't even, want hun leven is bevlogen van den wind, En de wind zingt om de aarde overal een eender lied, En den zwerver, die in nieuwen nacht een and'ren droom vindt, Kwelt of bindt de tijdelijke rustplaats niet. Vorige Volgende