Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 29(1919)– [tijdschrift] Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 184] [p. 184] Violenbed, door Adwaita. Het heele perk was vol: je zag geen zand. De paarsen leken ernstige oude heertjes, De bruinen glanzend-moll'ge, goed'ge beertjes, De gelen pluimen van een goudfazant; En massa's witten stonden om de rand, Zoo wit als vlinders of als duiveveertjes, Net roomsche kindertjes in Pinksterkleertjes, Die om iets heiligs heen staan, hand in hand. Verwilderd is 't, deels plat, deels uitgeschoten, Zoodat ik - 'k zie ze nog - die mooie grooten In de verschrompelden nauw'lijks herken; Maar even lang als toen sta ik te kijken: Ze deden goed hun best; 't mag nu niet lijken, Alsof 'k voor 't vroeger moois ondankbaar ben. Vorige Volgende