Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 27

[p. 205]

Lente,
door P. Otten.

Hoe is de prille morgentuin

Bepikkeld en bepereld

Van flonkerdrop

En bloesemknop!....

De vroege zonneschijn valt schuin

Op een herboren wereld.

Tevoren was het voorjaar nog

In nevelen verborgen.

De lucht was kil

En vogel-stil. -

Maar eindlijk kwám de lente toch

Met dezen lichten morgen.

Nu pinken blijde vinken in

De bonte perelaren.

De meezen doen

Uit dennengroen

- Al van het grijze dagbegin -

Hun puntig liedje klaren.

[p. 206]

 

Wat verder zingt de teedere alt

 

Van lang ontbeerden lijster

 

Zijn strophenzang

 

Van schoon verlang....

 

De gansche lichte lente schalt

 

In dezen luiden luister.

 

 

 

Waar nog de zon niet komen kan,

 

Daar bloeien anemonen

 

In 't dorre blad.

 

En langs het pad

 

Viole⁀in 't veilig huisje van

 

Heur eigen geuren wonen.

 

 

 

Hoe zeer is het gebloemd gazon

 

Van zuivren dauw bepereld!

 

De morgen is

 

Eén lichternis....

 

Monkelend gaat de goede zon

 

Over de lichte wereld.