Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 25
(1915)– [tijdschrift] Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 288]
| |
Ierland,
| |
[pagina 289]
| |
menten van kunst, architectuur, beeldhouwwerk en schilderkunst systematisch verwoest, zooals Mozes het gouden kalf vernietigde. Antieke gobelins, eeuwenoude reliefs, kostbare prenten en teekeningen, alles werd te hoop gegooid en in brand gestoken. ‘Vuur en zwaard hadden de kusten van Ierland schoongeveegd: Cromwell had de vijanden des Heeren geenszins gespaard. Roomsche priesters waren opgehangen of doodgeslagen, Roomsche garnizoenen uitgeroeid, Roomsche boeren weggevoerd, Roomsche land-edellieden wegens hun geloof van hunne bezittingen beroofd en verdreven naar de wilde streken van Connaught. Zonder een oogenblik respijt had Cromwell Ierland met ijzeren vuist neergeslagen en achtergelaten als een ellendig land verstikt in eigen bloed, dat het schrikwekkende beeld van den Engelschman voor altijd met onleschbaren haat zou blijven gedenken’.Ga naar voetnoot*)
oud kerkhof.
En waar Ierland door Cromwell zoo wreed werd gestraft voor zijn Katholicisme, daar vervolgde Bloody Mary de Ieren voorde Protestantsche elementen onder hen. De latere jaren waren steeds getuige ervan hoe Ierland de zondenbok was, hoe Ierland altijd misdeeld en verwaarloosd werd. Wanneer men een echten ras-Ier over Home-Rule spreekt, dan beginnen zijn oogen donker te gloeien van diep-brandenden haat tegen Engeland, een haat die zich de eeuwen door, heeft voortgeplant van geslacht op geslacht. In het Iersche volkslied klinkt zij luid op: O! if the Colour we must wear
Be Englands cruel red
Let it remind us of the blood
That Ireland has shed.
En dan de mooie regels: I met with Napper Tandy
And he took me by the hand,
And he said: ‘How is poor old Ireland
And how does she stand?’
‘She is the most distressful country
That ever yet was seen
For they are hanging men and women there
For wearing of the Green.
The green.... Geen wonder, dat dit de nationale kleur van Ierland is. Want wij mogen spreken van onze groene weilanden, en Holland roemen om zijn velden - daar is geen kleur zoo schoon als Ierlands groen. Wanneer men op een heuvel staat en rondziet over het Iersche landschap, dan komt een diepe vrede en iets als vroomheid over u. De Iersche graslanden besproeid door een wild over rotsblokken ruischend riviertje, doen ons vagelijk denken aan wat de maagdelijke streken van het Paradijs moeten geweest | |
[pagina 290]
| |
ierpoint-abbey.
zijn. Daar is iets zoo reins en frisch, zoo diep en weldadigs in deze velden, dat men niet begrijpen, niet omvatten kan, dat deze toch zoo mooie streken altijd het tooneel waren van wreedheid, bloed en barbarisme. Er zijn verschillende countiesGa naar voetnoot*) waar de mooie natuur van the ever laughing Erin wordt tot een sprookje, waarin men niet aan eigen bestaan zelfs gelooft. En dit tooverachtige is hoofdzakelijk gelegen in de altijd weer nieuwe groepeering van diepgroene velden, waarin de Iersche grijs-brokkelige muurtjes langs de wegen en grijsbrokkelige steenruïnen op een heuvel relief geven aan de glooiende graslanden. Groen, groen is geheel Ierland, een droom van zuiver groen, diep en krachtig. De ruïnen, die men overal in elke county ziet, herinneren ons even aan die woeste tijden, waarvan Ierland het brandmerk draagt. Daar zijn kasteelen, kathedralen, kerken en kloosters geweest, van eeuwenouden Gothischen bouw, gemaakt van de ruwe grijze keien, die men in Ierland overal ziet. Kinderlijk-naieve werken van steen, heroïsche daden van architectuur uit de 7e en 8e eeuw, alles eerwaardig en indrukwekkend geworden door den hoogen ouderdom, die een egale, wijze grijsheid aan hun steen verleende - alles werd te vuur en te zwaard beleedigd door den groven geest van een dweper. Maar alles heeft hij niet kunnen vernietigen, deze Olivier Cromwell. Zelfs de ruïnen der verwoeste gebouwen staan daar in het Iersche land als een plechtig monument van eeuwig-onvergankelijke kunst. Zelfs de ruïnen verheffen onzen geest tot die absolute schoonheid, die de moeder is van alle ware kunst. Schoonheid is het eenig goed des menschen en het Iersche landschap geeft u die schoonheid in natuur en menschenschepping. Wat ons in Ierland overal dadelijk treft en steeds bijblijft, is het waas van melancholische verlatenheid, dat over de groene dalen en hooge sombere heuvelen ligt. Weinig groote steden telt Ierland en de dorpsche
thomastown-bridge.
| |
[pagina 291]
| |
streken zijn niet dicht bevolkt. In het uiterste Westen, in Galway wonen de echte oude Ieren, een woest volkje, dat weinig beschaving kent en slechts de oude Iersche taal spreekt. Het Iersch is een zoete taal, die pikanter en tevens streelender klinkt dan Fransch, doch eraan doet denken. De Iersche letters gelijken de Grieksche. Vreemd doet het u aan, in de groote steden, de straatnamen in Iersche letters op de bordjes te lezen, met (niet eens altijd) de Engelsche vertaling er onder. Galway is een duister land. Groote tegenstelling daarmee vormt het Zuiden, waar de counties Waterford en Wexford een centrum van eenige beschaving zijn. Waterford en Tramore zijn bekende badplaatsen van groot natuurschoon. Wij vinden het Iersche landschap het best vertegenwoordigd in de county Kilkenny. Behalve het provincie-stadje Kilkenny en eenige dorpen is verder de geheele county een lieflijk land van bergen en groene dalen. Er loopt een vrij breede rivier door, the River Nore, die van bekorende wildheid
ierpoint-abbey.
ierpoint-abbey.
is. Thomastown, aan dit riviertje gelegen, is een der schoonste dorpen welke men zich denken kan. Ondanks den naam van ‘town’ is Thomastown niet meer dan een vrij armoedig dorp van een 800 inwoners. Het ligt aan weerszijden van de rivier en bezit een fraaie brug, onder welks bogen bij lagen rivierstand de dorpskinderen spelen en met hun bloote beentjes in het water plassen. Even boven deze brug maakt de rivier een grooten waterval. Het ruischen van het eeuwig doorstroomende water is de weemoedige muziek die men in het kleine dorp altijd hoort. De lage grijze huisjes - hutten bijna - geven een onzegbare droefenis tegen den avond, wanneer het licht wegtrekt uit het dal en aan der bergen rand als een groot aureool den horizont omgeeft. Dan ligt het kleine dorp zoo donker en alleen, laag van den lichten hemel. Dan gaat een enkel rossig licht in de nauwe hobbelstraten gloren en de Iersche avond daalt, zwaar, zwaar van weemoed. Doch wanneer men op een zonnigen lentemorgen | |
[pagina 292]
| |
het dorp uitwandelt, dan wachten u verrassingen. Daar is eerst het dorp zelf. Er zijn drie of vier nauwe straten. In de Mainstreet staan groote poelen modder, waarin een paar honden vechten. Een wit geitje staat met zijn voorpooten in een kozijn gras te eten van het raam. Twintig of dertig koeien komen aangestapt lodderig den plompen kop links en rechts wendend. Roodbont en zwartwit zijn ze meest, maar ze lijken alle zwart door de dikke jarenlang gegroeide korst vuil. Tusschen de koeien door komt een rijtje eenden gewaggeld uit de rivier, luid kwakend schieten ze een huis binnen. Een duif koert op een laag brokkelig muurtje van grijze kei, grillig begroeid met roode trosbloemen. Kinderen, vuiler dan de koeien, maar met prachtige oogen kruipen rond tusschen dit gedierte. Zoo zijn de straatjes in een Iersch dorp. Wanneer men buiten het dorp een eind den heuvel op is, ligt Thomastown als een klein puntje midden in de uitgestrekte graslanden, gras, gras altijd maar zoover men zien kan. De weekglooiende heuvelen zijn sneeuwig van daisies en de steile helling langs de rivier zwart van bosschen. Eenzaam in het groote landschap staat de ruïne van Grannan Castle, de afgebrokkelde muren met ruwe gaten waar vroeger de ramen waren. Holen vol zwart mysterie zijn de vroegere zalen; de koeien hebben er nu hun sporen achtergelaten. Hoog uit de muren groeit de klimop en de raven vliegen krassend eromheen. De Iersche hemel is - limpide blauw - te zien door de gaten van het kasteel.
de dublin jaunting-car.
Over den weg - begrensd door lage steenen muurtjes rijden een paar Iersche sidecars. De Jaunting-car is een sierlijk doch weinig practisch voertuig. De vreemdeling heeft moeite, niet eraf te vallen als hij zich den eersten keer er op waagt. De weg leidt langs meerdere ruïnen naar een klein doch hoog bosch. Hoog boven de popeltoppen breekt het vierkant van een grijzen toren uit. Dat is Jerpoint Abbey. Eertijds was dit een groote kathedraal, de grootste in de county. In de 7e eeuw werd zij gesticht door Cistercienser monniken; Cromwell verwoestte den schoonen bouw. Op het dak van de Cathedral in Kilkenny werd een canon-chair gezet. Cromwell bezag den omtrek vandaar uit en gaf bevel: ‘Nu deze’. Het kanon boemde en boemde en een kerk van eeuwen oud was plat geschoten. ‘Nu die’ en een volgende ging eraan. Ook Cromwell kende ‘systeem’. Van de kathedraal zelf is weinig bewaard gebleven, toch geven eenige overeindstaande muren nog een beeld der vroegere pracht. Maar de oude toren is nog bijna geheel over. Een breed vierkant bouwwerk van 90 à 100 M. hoog. Ook hier hebben de raven hun nesten. Wanneer de avondzon over het Iersche land gaat dalen, komt een groote dikke schaduw in den verwilderden kerktuin. Het is de schaduw van den hoogen verlaten | |
[pagina 293]
| |
toren, eens de meest trotsche van Kilkenny. Indien een land ter wereld bijgeloovigheid kent, is het Ierland. Geen enkele streek, geen ruïne, geen bosch - of het heeft zijn aantal legenden en geestverschijningen. Kilkenny is wel het rijkst aan verhalen, bijna alle over den beroemden gentleman-roover ‘Frainey’. Wat iets merkwaardigs is in Ierland, is de veel voorkomende imbeciliteit en krankzinnigheid. In menig gezin zijn een of twee der leden ‘mad’. Waarschijnlijk is dit te wijten aan de uitgebreide drankzucht èn aan de intermarriage: het onder elkaar trouwen. Wanneer men in een dorp woont, gaat men daar, als echte Ier nooit vandaan. En wordt men door bijzondere omstandigheden van zijn dorp gestuurd.... dan komt men er altijd toch terug, al is het nog such a long way to Tipperary. En de lad vindt zijn lady en trouwt haar, ook al is het zijn nicht. Van de zeer abnormale sexueele toestanden in die plattelandsdorpen heeft de Burgerlijke Stand geen bewijs, maar de idiote kindertjes zijn er. Jammer is dit voor de krachtige natie. Wanneer landbouw en marktverkeer wat beter worden, zal dit euvel misschien sterk afnemen. Het is een der sterkste wenschen die ik heb voor het zoo liefelijke eiland. Maar met feilen en gebreken erbij, zal ieder, die Ierland leert kennen het liefkrijgen en gaarne denken aan de droomrig groene landen daar achter het bekende Engeland. |