VIII.
Proloog van het einde.
Wanneer dan het einde nadert van den levensweg, welke aan iederen sterveling is toegemeten, weet hoe dan geschieden zal over hen, die door geen enkele daad hun leven voor het oordeel der menschheid tot waardigheid brachten.
Eens zal dan het oogenblik aanbreken dat de donderschal van hun ontwaakte wroeging zijn eersten vreeselijken smartkreet roept hoog uit over hun zacht ingeweefde wereld van zoete en stille gedachten.
En opeens kronkelt de bliksem der vertwijfeling door de duistere landschappen hunner liefelijke droomgezichten.
Dan spreekt de stem van het geweten:
Uw geweldig leven, wat hebt gij er mee gedaan, onnuttige? Rijk waart gij aan goddelijke krachten, aan waarborgen voor het menschelijk geluk, en gij liet u door de wenkende bekoring der bedriegelijke verschijningen weglokken naar het eenzame eiland uwer gedachten, waar de violen van den weemoed uw mijmergragen geest in sluimering speelde met streelende, zoete melodieën.
En thans, o mensch, thans weerklinkt de bazuin, die de wraak uitwijst aan wie zijn krachten des werelds heil onthield en insluimerde onder de bedriegelijke betoovering van het werkeloos verleden!
Zwelt aan, zwelt aan, bazuin van het ontwaakt geweten. Laat de zondige mensch uw kreet trachten af te weren met opgeheven, machtelooze armgebaren, alsof de ineengestorte wereld zijner schoone schijnbeelden over hem neerzinkt met onvoorkomelijken val!
Een wijle nog moge in den naderenden nood een opstandige woede tegen het onafwendbare zich in den mensch gaan verheffen tot stilling der verbijsterde angst, een wijle nog moge hij zijn gefronsd voorhoofd den dreigenden hemel in wilskrachtige afwachting tegenwerpen, deze ontvlamde onwil jegens den ondergang is kort, en over het neergestorte lijk zingen de treurende gratiën hun zachtstemmige klaagzangen en voeren den gestorvene gebogen af naar de spelonken der vergetelheid.
En wederom wekt een bazuin de gestorven ziel. Doch het voorhang des levens, dat eenmaal scheurde, opent zich niet meer en hult in geheimenis wat na het voorspel der vergelding volgt.