Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 23(1913)– [tijdschrift] Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 427] [p. 427] De jonstige kinderkens van mijn streek, door Franz de Backer. De jonstige kinderkens van mijn streek, Vol uitbundige lach en gebaren, Ze zijn op den weg naar hun hutjes toe In het toovrende schemering-naeren. Ze gaan, in de schittrende abeelendreef Vol met zindrend gespeel van de zonne, Als engelenreien uit vroeger tijd Heel omgloried met licht en met wonne. Ze beenen, al zingende en nooit-te-moe, Met de leute der lucht in hun longen, Een stuksken der lachende zonne in 't oog En den smaak van den wind op hun tongen. - Al droomende kijkt ze de wandlaar na, Aan hun jeugd en hun vreugde zich lavend; De schare verkleint en vergaat op 't lest In 't volheerlijke feest van den avond. Vorige Volgende