Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 21(1911)– [tijdschrift] Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 281] [p. 281] Lied van de naderende lente.... Door Richard de Cneudt. Is het een droom, een roes der zinnen, een teedre waan van 't wachtend hert, dat reeds zoo vaak bedrogen werd, - of gaat de Lente nu beginnen? De wolken drijven traag en zacht, blank als de sneeuw met zilvren randen, en 'k zie stil-gouden vuren branden - Is dat de Zon, die naadrend lacht? Ik hoor een wonderzoet gefluister, een zacht gezang, dat trillend stijgt, tot iedere aardsche stemme zwijgt, en ik, bewogen, toeve en luister.... 'k Voel op mijn wange' een luw gevlei, of duizend teedre vingertoppen mijn vreugde schuchter wakker kloppen.... Zijn dat de geesten van den Mei? 'k Hoor zilvren klank in aller stemmen, 'k zie gouden lach op elks gelaat, voel Lente's lichte dageraad van Winters wee heel de aard ontklemmen, en, nog onzichtbaar, diep en wijd uit killen nacht ten hemel klimmen, om dra aan Werelds glanzge kimmen te gloren in Lichts heerlijkheid.... Neen - 't is geen droom, geen roes der zinnen.... Geliefden, droomers, dichters, hoort: De Lente klopt aan Werelds Poort! Zoo maakt u op en laat haar binnen - Het Rijk der Schoonheid gaat beginnen! Vorige Volgende