in 't woud, en door de groote opstanden, ontbrak 't maar te vaak aan leerlingen. Was er een school, een meester en leerlingen, dan ontbrak het toch aan de eenvoudigste materialen van onderwijs. De kinderen gebruikten hun knieën voor lessenaar; schoolboeken, leien, 'n bord waren in de eerste twee jaren ondenkbare weelde-artikelen.
En toch, van Raalte en andere leiders, als van der Meulen, Bolks, Ypma, hadden wel degelijk, van stonde af, aandacht voor 't onderwijs. Langzaam, langzaam zou er orde komen in den chaos van opvoedingsbelangen. O, wat moeite het hun soms kostte, de ‘settlers’ te overtuigen, dat het loonen zou, ook in de wildernissen hunne kinderen een zoo volledig mogelijke opvoeding te geven.
Want de armoede was groot. Elke uitgaaf moest zoo veel mogelijk beperkt worden.
En dan die reuzentaak, waaraan 'n ieder, die werken kon, of de bijl maar even wist te hanteeren, al was hij nog zoo jong, zijn deel zou hebben.
Maar men wist hen toch te overtuigen, dat, zou hun volk slagen in dat land en méér zijn dan boomenhakkers en grondgravers, intellectueele en moreele ontwikkeling 'n onontbeerlijk vereischte was. Zoo dan werd in alle kampen de schoolzaak ernstig aangevat, 'n aanvatten waaruit, dank zij van Raalte's onvermoeid streven, ten laatste zelfs de stichting van 'n Hope College, volgen zou.
Het eerste onderwijs werd begrijpelijkerwijs in de Hollandsche taal gegeven. Op Drenthe, op Groningen, op Holland, op Overijsel, overal kon nu de jeugd ter school.
Maar van Raalte's willen ging verder.
De scholen die hij nu om zich had, in elk dorpje der kolonie, zouden de voedsters zijn voor 'n hoogere inrichting van onderwijs, ook in die bosschen te stichten.
Zelf van het eeuwenoude en beroemde Leiden, wist en voelde hij te wel wat wetenschap beteekent voor het leven.
Hij geloofde vast dat er hier iets zou kunnen worden van het Hollandsche volk, indien het slechts aan de middelen ter opleiding niet ontbrak. Een vergissing is 't niet gebleken! Ruimschoots hebben de resultaten zijn streven gerechtvaardigd. Hij was 't die het Hollandsch volk in Amerika vaste beginselen van hoogere opvoeding inprentte, iets waarvan de invloed op het leven daar, in de twee geslachten, die sindsdien voorbij gegaan zijn, onberekenbaar groot is.
Trouw naast hem stond ook hier weer de nobele Zeeuwen-leider, Ds. C. van der Meulen.
Drie jaar na aankomst der eerste ‘settlers’ in Michigan, vereenigden zich de kolonisten met de ‘Reformed Prot. Dutch Church in America’ en het is in deze toetreding dat we 't begin der realisatie moeten zoeken van van Raalte's grootsche ideeën.
Immers, deze Kerk had reeds lang gehoopt en gewenscht naar een Christelijke inrichting voor hoogere opvoedings-belangen in het Westen. Reeds in 1842, - dus vijf jaren vóór de pelgrimvaders naar Michigan kwamen -, had Rev. James Romeyn in de Synode der Gereformeerde Kerk de noodzakelijkheid betoogd van een plan te beramen om, onder haar toezicht ‘Westersche jongelingen op te leiden voor Westersch werk,’ en op die wijze zich invloed te verwerven in de opvoeding der natie.
Niet dat ik nu zou willen beweren, dat zonder dit lichaam geen inrichting van genoemden aard onder die Hollanders zou zijn tot stand gekomen, maar de medewerking der kerk was daarbij toch van ontzaggelijk veel waarde. Van Raalte wendde zich dus met zijn plannen tot de ‘Reformed Dutch Church in America. En na hem aangehoord te hebben op de Part. Synode van Albany, te Schenectady, zeide men:
- ‘Uw ijver is goed, maar gij anticipeert op uwe ontwikkeling. Zorg dat gij eerst op stoffelijk gebied tot een betamelijke trap van ontwikkeling komt en denk dan om een College’.
- ‘Maar’ - was het antwoord - ‘hoe zouden wij het voor God, hoe voor het opkomend geslacht kunnen verantwoorden, wél voor het stoffelijke, en niet vooral voor het intellectueel-geestelijke belang der toekomst te hebben gezorgd.
- ‘Ja, maar gij hebt nog geen geld, nog geen middelen’.
- ‘Juist hierom bevind ik mij hier. Gij, onze