steen, - plastiek in terra cotta en aardewerk, - modelleeren en ciseleeren van metaal, - meubelen en woninginrichting, - dekoratieve schilder- en grafische kunsten, lithografie, houtsneden, versierd drukwerk, boekverzorging, batiks enz., - dameshandwerken, borduur- en weefwerk en tapijten.
Merkwaardig is te onderscheiden de verschillende wijzen en redenen, waarom ontwerpen worden nagemaakt; deels is dit bij kunstnijveraars (om dit zeer leelijke woord ter kenschetsing maar eens te gebruiken) onderling, uit gebrek aan eigen scheppingsvermogen, maar voor een zeer groot deel geschiedt het door industrieelen uit finantieele overwegingen òf om de kosten van eigen ontwerpen te besparen [...] te kunnen profiteeren van het succes, dat [...] ontwerper reeds gehad heeft, soms van diens naam, om zoodoende artikelen ‘in den geest’ van dien kunstenaar in den handel te kunnen brengen.
Opvallend is het namaken in de aardewerkindustrie en in het meubelen-bedrijf, terwijl bij de categorie der dameshandwerken zich het curieuse verschijnsel voordoet dat, niet alleen andere onderwerpers, en firma's, maar ook het publiek zelf aan het namaken gaat, en dit zit er zóó in, dat dames er volstrekt niets onregelmatigs in vinden, uit ‘op zicht’ gevraagde patronen datgene over te nemen wat hun van pas kan komen. De wijzen trouwens waarop het mogelijk is van andermans ontwerpen te profiteeren zijn talloos, en de geïllustreerde kunsttijdschriften, zij hebben bij de vele goede hoedanigheden die hun kenmerken er in dit opzicht helaas ook het hunne toe bij gebracht, terwijl tentoonstellingen, waar men vermag te schetsen of te fotografeeren zeer zeker ook vele aanleidingen tot artistieken diefstal bieden. En al verbiedt men schetsen, opmeten en fotografeeren, dan kan men niet beletten dat iemand een vorm, een gedachte onthoudt en thuis gekomen opteekent, zoo noodig de volgende dag terugkeert om zijn geheugen te controleeren.
Deze en meer overwegingen zouden er zeker toe kunnen leiden, en hebben er meermalen toe geleid, dat kunstenaars geen publicatie van hun werk aan tijdschriften afstonden en angstvallig exposeeren vermeden, zoodoende de oorzaak wegnemende uit vrees voor de gevolgen.
Dit in zeker opzicht afdoende middel, het geeft echter geen waarborgen meer, zoodra het werkstuk in andere handen is overgegaan, wat toch in het algemeen het doel van den werker is.
Maatregelen zijn dus noodig, niet om fotografeeren, nateekenen, opmeten enz. te beletten, zeer dikwijls kan dit voor jeugdige ontwerpers een uitstekende studie zijn, maar wel om hiervan misbruik tegen te gaan, waardoor den ontwerper in eenig opzicht, hetzij moreel, hetzij materieel, schade kan ondervinden. Want waar het zich niet beperkt tot het namaken ten eigen profijte van een enkel werkstuk, maar waar een ontwerp en bate van massa-productie door concurent of fabrikant wordt gestolen, daar kan de schade aanmerkelijk zijn. Dikwijls ook leidt dit tot het fabriceeren van een minderwaardig, oogenschijnlijk gelijk-uitziend product, op naam van den ontwerper, die dus èn in zijn reputatie èn in den omzet van zijn eigen product, (want de namaak is steeds goedkooper), de nadeelen ondervindt.
Aan de hand der ingekomen antwoorden zouden wij voort kunnen gaan te wijzen op tal van gevallen, waarbij in meerdere of mindere mate van negeering van den ontwerper sprake is. Niet steeds is dit opzettelijk, heel dikwijls zelfs is men in de vaste overtuiging niets onregelmatigs te doen, en meermalen hoorden wij, dat uitgevers en fabrikanten, die een ontwerp voor een of ander doel hadden aangekocht, zich volkomen gerechtigd achtten het ook op een andere, voor hun dienstige wijze toe te passen, zonder er een oogenblik over te denken den maker hierin te kennen, laat staan te veronderstellen, dat zij misbruik maakten van een te goeder trouw afgesproken overeenkomst.
Wettelijke regeling en bescherming is dan ook noodzakelijk, maar de wijze waarop is door de zoo ontzaglijke uiteenloopende toestanden, door de talrijk verschillende gevallen, een uiterst moeilijk op te lossen kwestie.
Een degelijk scherp contract kan waarborg geven tegenover een firma waar de ontwerper mede in relatie staat; het kan hem garanderen,