| |
| |
| |
EETZAAL IN EEN VILLA TE 'S GRAVENHAGE.
H.P. BERLAGE, ARCHITECT, AMSTERDAM.
| |
| |
| |
De Nederlandsche inzending op de eerste internationale tentoonstelling voor moderne decoratieve kunst te Turijn.
Door P.J.W.J. van der Burgh.
Alle begin is moeilijk - deze bekende spreekwijze zou men in de eerste plaats kunnen toepassen op het organiseeren eener tentoonstelling! Wat daaraan vast is, blijft voor oningewijden ten eeuwigen dage een duister geheim; wanneer men echter eens achter de schermen kon zien, zou men verbaasd zijn over de volharding waarmede de organisators worstelen met het grimmige spook: ruimte. Hoeveel ruimte en welke verdeeling ervan - zou het wel vol komen? - Dan weer: we kunnen de menschen niet meer bergen - uitbreiden - inschuiven! 't Is een legkaart met steeds veranderende figuren; 't loopt weg als mul zand tusschen de vingers. Altijd 't ongrijpbare, onvulbare, onverzadelijke monster, dat op tijd gevoed wil wezen met exposanten. Voor en na komen ze, groote en kleine, en eischen hun deel van den ruimtebuit en eindelijk, eindelijk - begint 't werk pas! Doch de buitenwereld wacht op resultaten; voort moet men, inschuiven, breken en opbouwen, correspondeeren, telegrafeeren, decoreeren, inpakken, uitpakken, plaatsen en spijkeren. Weg met kisten en papieren, even schoonmaken, hè, nu éven rusten. En toen kwam de koning en wandelde de sectie door - de tentoonstelling was geopend en Holland - was klaar! Eindelijk dan kwam 't eerste bericht: de sectie maakt een goed figuur. 't Was juist wat 't worden moest, sober en stemmig. Geen schreeuwig gedoe met schelle kleuren en grillige lijnen; doch eenvoudig en strak van lijn, warme tinten in rustige ruimten. Holland wou meedoen; dán ook maar goed meegedaan: de sectie was àf. Aan de Fransche afdeeling grensde de groote zaal, door een breede doorgang kwam men in de sectie. Zacht kleurig licht viel door de hooge ramen van gebrandschilderd glas, inzending van den Delftschen glasschilder Schouten. Zij gaven de torens van Delft te zien, dat bekende wonderschoone silhouet van de oude prinsenstad, te weinig gekend nog door velen in den lande. Vrouwen in kleurige kleederdracht van de eilanden van Holland en Zeeland,
symbool onzer nationaliteit, omsloten het tafereel. Onder deze vensters waren telkens twee kleinere aangebracht, breed en laag, ook met glas in lood, waarvan een tweetal versierd met een figuurtje, 'n mannetje en vrouwtje, als milieu. Groene gordijntjes hingen langs de ramen neer, zwart doende tegen 't zachte kleurige licht. De zaal zelf was bespannen met grijze wollige stof, tot halve hoogte; dan vormde een fries, geelbruin, met dubbele bandbegrenzing, den overgang tot de donker roodbruine bovenbekleeding, met 'n gegolfd galon afgesloten tegen 't witte velum. Dit velum was weer onderverdeeld door banden van 't zelfde galon. Zoodoende droeg de zaal 't kenmerk van een tijdelijk gebouw, als 't ware een tent. Geen schilderwerk of kostbare betimmering was er, slechts twee simpele witte poorten omkleedden de doorgangen; in het fries der poorten stond de naam Olanda in mahonie letters.
smeedijzeren hek. - firma f.w. braat. delft.
De middelste breede doorgangen waren bestemd voor 't publiek, terwijl rechts en links hiervan zich smallere openingen bevonden, afgesloten door sierlijke gesmeedijzeren hekjes, uit de fabriek van Braat te Delft. Goudbruine fluweelen gordijnen, met gebatikte versiering in donkere kleur hingen
| |
| |
in deze openingen neer. Zij waren vervaardigd in de ateliers van de firma Uitterwijk, onder leiding van mevrouw Wegeriff - Gravestein.
porceleinen vaas. - koninklijke porcelein- en aardewerkfabriek ‘rozenburg’, 's gravenhage.
Deze groote zaal bevatte bijna uitsluitend porcelein en aardewerk, benevens werken in gebrandschilderd glas. Door een breede doorgang in den middenwand stond zij in gemeenschap met de tweede groote zaal, langer en smaller dan de eerste; hierom groepeerden zich de verschillende kleinere vertrekken, allen van uit deze zaal toegankelijk, en door verschillende firma's compleet gemeubileerd. Schuin tegenover den grooten doorgang bevond zich de ingang van de galerij voor grafische kunsten, welke door bovenlicht, op 't noorden gelegen, uitstekend werd verlicht. Aan deze galerij was een klein vertrekje gebouwd, 't welk uitsluitend bestemd werd voor reclameplaten. Door een doorgang had deze galerij gemeenschap met de Amerikaansche afdeeling. In 't geheel gaven vijf poorten toegang tot onze sectie: twee van uit de Fransche sectie, twee van uit de Amerikaansche en een van uit de Hongaarsche sectie. De plattegrond was er op berekend, de sectie uit verschillende punten te kunnen overzien; daardoor ontstonden aardige doorkijkjes, die de afdeeling grooter deden schijnen dan in werkelijkheid 't geval was en haar tevens meer tot één geheel maakten, met éen oogopslag te overzien. Vooral wanneer men uit de Fransche sectie kwam, had men direct zulk een overzicht, en dit noodzaakte het publiek, ook in de tweede groote zaal een kijkje te nemen, waardoor men dan vanzelf werd geleid tot 't bezichtigen der afzonderlijke vertrekken, hierop uitkomend. Deze zaal was met groene stof behangen, met 't meergenoemde fries afgesloten en verder tot aan 't velum met roodbruin doek bekleed. Een reeks hooge ramen gaven hier een uitmuntende verlichting. Aan beide uiteinden werd deze zaal begrensd door kleinere vertrekken. 't Eene, door Pool ingericht, had een toegang uit de Fransche sectie; door 't andere, ingenomen door 't Binnenhuis, kwam men in een gang, uitloopend in de Amerikaansche afdeeling. Dit in 't kort ter verduidelijking van de indeeling van den plattegrond.
We komen nu weder terug in de aardewerkzaal. Twee der hoeken hiervan werden ingenomen door de inzending der Haagsche fabriek ‘Rozenburg.’ Een prachtige collectie porcelein en faïence was hier tentoongesteld; vooral trok het porcelein zeer de aandacht, 't geen niet te verwonderen is voor wie het van nabij kent. Meer nog dan door den vorm, die vooral bij de grootere voorwerpen voor mij iets bizars heeft, wordt het oog geboeid door de teere kleuren en de gevoelige teekening; hoewel rijk versierd, blijven de voor- | |
| |
werpen toch rustig, 't geen een groote verdienste van dit werk is. In 't midden der zaal bevond zich de inzending van de fabriek ‘De Porceleyne Fles’ te Delft, die mede twee verschillende genres exposeerde. Eén groote tafel was bezet met 't bekende werk, Berbas genaamd, waarvan een keurige collectie bijeen was. Zooals men weet, zijn deze vazen niet versierd door beschildering, doch worden met een bizonder glazuur overdekt, 't welk niet alleen de kleuren versterkt, maar er ook dien eigenaardigen metaalglans aan verleent. Door welgekozen vorm en kleur op artistieke wijze te combineeren, ontstonden deze fraaie voorwerpen. Een tweede tafel droeg een rijke etalage van een ander genre, biscuit, wit, met groen en goud ornament versierd. Dit werk heeft het statige, deftige van den Empire-stijl, waaraan het, oppervlakkig beschouwd, verwant schijnt; bij nauwkeuriger waarneming blijken echter zoowel vorm als versiering een oorspronkelijk karakter te dragen en wordt die schijnbare overeenkomst met Empire hoofdzakelijk teweeggebracht door de kleuren-combinatie groen-goud. Mede verdienen een aantal witte tegeltjes vermelding, versierd met de wapens der provinciën in kleuren; 't waren aardige decoratieve dingen, zooals zij daar hingen aan een hunner hoekpunten. Doch behalve door haar faïence trok de inzending der Porceleyne Fles de aandacht door prachtig plateelwerk.
Een drietal fraaie tableau's sierden 't breede penant tusschen de ramen. In 't bizonder werd ik getroffen door de paneelen getiteld ‘Afgunst’ en ‘Mondscheinsonate,’ die het oog uitermate boeiden door hun rijke kleurenharmonie en meesterlijke teekening. Zij waren uitgevoerd in sectil-werk, een nieuwe wijze van samenstelling van tegeltableau's. In plaats van 't hinderlijke storende vierkanten-net dat de voorstelling op geheel ongemotiveerde wijze doorsnijdt, maakt men nu gebruik van de lijnen zelf der compositie; volgens deze hoofdlijnen snijdt men de voegen der tegels en verkrijgt zoo stukken van zeer uiteenloopenden vorm, welke na 't bakken weder ineengezet worden tot een tableau. Zoo bereikt men het voordeel van rust in de compositie door 't wegvallen van de hinderlijke dwarslijnen en tevens wint de teekening ontzaglijk door 't spreken der voegen zelf die de contouren accentueeren. Een enorme technische verbetering! In 1900 werd deze uitvinding van den heer Mauser, onder-directeur der fabriek, voor 't eerst in practijk gebracht, en reeds nu is 't aantal toepassingen legio; in 't buitenland trekt dit werk ook zeer de aandacht. De drie tableau's te Turijn - 't derde heet ‘Lusthof’ - zijn ware meesterstukken; zij werden vervaardigd naar ontwerpen van den heer Le Comte.
porceleinen kopje met schoteltje. - koninklijke porcelein- en aardewerkfabriek ‘rozenburg’, 's gravenhage.
De aardewerkfabriek ‘Vredelust’ van Willem Brouwer kwam eveneens goed voor den dag met een fraaie collectie faïence, meer bestemd voor gebruik dan 't werk der eerstgenoemde fabrieken. Geen ander materiaal dan klei in verschillende kleuren werd hiertoe gebezigd; bij eenige voorwerpen werd de kleur zelf reeds voldoende versiering geacht, bij andere verkreeg men door ingriffing van ornament een smaakvolle versiering, Bij eene derde categorie eindelijk werden de vaasjes versierd met vlak ornament, in donkerder kleur op de
| |
| |
fond liggend, 't geen een verrassend schoon resultaat gaf. Brouwer's aardewerk was mede zeer aantrekkelijk door goeden vorm en origineele teekening. Het probleem, praktisch, artistiek aarden vaatwerk te vervaardigen, is door hem op zeer bevredigende wijze opgelost. De kleuren varieerden tusschen grijs, groen en donkerbruin, waarbij vooral een mooi oranjebruin opviel, dat tegen een crême fond zeer mooi deed.
porceleinen vaas.
koninklijke porcelein- en aardewerkfabriek ‘rozenburg’, 's gravenhage.
Ik merkte bij deze inzending ook eenige sierborden op, waarbij op donkeren fond met witte lijnen versieringen en opschriften in zwak verheven relief waren aangebracht.
Van de fabriek Amstelhoek was een fraaie collectie aardewerk geëxposeerd. Behalve kleinere voorwerpen, waaronder zeer fraaie donkerkleurige vazen en coupes met wit ingelegd, waren er een aantal groote vazen en terrines van bruin aardewerk met blauw ornament versierd; zij herinnerden sterk aan 't oude Egyptische en Etruskische aardewerk. Ook zag ik een paar lange smalle kruiken, herinnerend aan de waterkruiken der Germanen. Origineeler waren de potjes met diervormen, in wit ingelegd op donkeren fond, of ook wel op dezelfde wijze met geometrisch ornament versierd. 't Was smaakvol werk, dat technisch eveneens hoog stond.
Een aantal eenvoudige voorwerpen van ‘de Wekker’ zag ik naast 't werk van Amstelhoek staan en 't viel mij op dat in weerwil van 't groote verschil in uitvoering, die potjes toch iets leuks hadden, iets naïefs, dat wel aantrok. Zoolang zulk werk oorspronkelijk blijft, mag het gezien worden; wat er van aanwezig was, droeg 't kenmerk van grooten eenvoud, zonder eenige pretentie te hebben. Deze inzendingen waren allen geëxposeerd op tafels, met grijswitte stof bekleed, waartusschen ruime doorgangen overbleven, zoodat 't publiek aan alle zijden kon circuleeren. In een der hoeken stond tusschen groen de buste der koningin, welke zeer oude decoratie op deze moderne tentoonstelling m.i. gevoegelijk gemist had kunnen worden. De vierde hoek der zaal werd ingenomen door eenige smyrnatapijten, waarbij zich een paar vrij goede bevonden. De overblijvende ruimte langs den raamwand werd ingenomen door een paar rustbanken.
Behalve 'taardewerk bevatte deze zaal nog een aantal zeer fraaie vensters van gebrand glas-in-lood, op ezels opgesteld, uit de ateliers van Schouten te Delft. Ik kan over dit superieure werk kort zijn, 't spreekt voor zichzelf. Bij den ingang der zaal aan de zijde der Fransche sectie stond een groote compositie, uitstekend belicht, waardoor de warme kleuren volkomen tot hun recht kwamen. Aan de tegenover liggende zaalzijde waren eenige kleinere vensters te zamen opgesteld; hierbij
| |
| |
waren éénig mooie kinderkopjes en kleine figuren.
‘berbas’. - plaateelbakkerij ‘de porceleyne fles’, j. thooft en labouchère. delft.
Toch heeft zulk een wijze van exposeeren altijd 't nadeel van slechter belichting en verstoring der impressie door de omringende ruimte. Alléén in den wand kan zulk een venster den juisten indruk geven die de ontwerper bedoelde; 't wil omsloten zijn. 't eischt alle aandacht, alle licht voor zich alleen. In zekeren zin is dit ook voor alle voorwerpen 't geval; vandaar dat de geheel ingerichte vertrekken zulk een anderen indruk geven. Ieder stuk komt daar tot zijn recht, neemt de plaats in die het toekomt en is in harmonie met de omringende voorwerpen. 't Wordt niet gehinderd door zijns gelijken, zooals dat gebeurt op een tafel met aardewerk; doch 't zou een ontzaglijke ruimte eischen, wanneer men dit principe streng wilde doorvoeren, en aangezien dit practisch onmogelijk is, volgt hieruit een veroordeeling van 't idee: tentoonstelling. Eerst wanneer 't bazarstelsel geheel verlaten wordt, kan iets goeds bereikt worden; men zou zich dan geheel dienen te bepalen tot intérieurs. Zoodra echter dit denkbeeld voldoende is doorgedrongen, zal een ieder trachten zijn eigen huis tot een smaakvol geheel te maken - en dan is er geen aanleiding meer voor tentoonstellingen als deze! Doch van dat ideaal zijn we nog ver verwijderd! - Maar ik sprak over 't werk van Schouten. Ter weerszijde van den ingang naar de tweede zaal waren twee ramen aangebracht, met groene gordijntjes; de bovenlichten waren van glas-in-lood, versierd met een bloemcompositie in 't midden. Door de hooge ramen in de tweede zaal viel voldoende licht om deze vensters goed te doen uitkomen; niets stoorde hier nu den rustigen indruk. Onder de ramen stonden twee banken in mahoniehout met groene overtrekken, ontworpen door den heer Sluyterman, den architect der sectie. Ter weerszijde waren in den doorgang twee sierlijke gesmede hekken der firma Braat aangebracht. De beeldhouwer Zijl exposeerde o.a. twee bronzen schotels, in laag relief versierd met figurale composities; zij vonden ter weerszijden
van dezen ìngang een goede plaats.
‘biscuit’. - plateelbakkerij ‘de porceleyne fles’. j. thooft en labouchère. delft.
In deze tweede zaal was
| |
| |
het metaalwerk grootendeels geëxposeerd. Recht tegenover den ingang bevond zich een groote vitrine met verschillende voorwerpen, expositie van Arts and Crafts, J. Uitterwijk. Een aantal gedreven roodkoperen schotels en kandelaars van bizondere proportie vond men er in, naast aardige koperen bouilloirs, blijkbaar op Engelsch werk geïnspireerd. Het aantrekkelijkste voor mij in deze vitrine waren de mooie gebatikte fluweelen lappen en teacosy's waaronder vele van fraaie kleur en origineele teekening. Zij waren mede vervaardigd onder leiding van mevr. Wegerif - Gravenstein.
sectiel-tegelpaneel ‘lusthof’. - plaateelbakkerij ‘de porceleyne fles’. j. thooft en labouchère. delft.
Aan den wand der zaal was een vitrine aangebracht, bevattend een bizonder fraaie collectie Indische voorwerpen: fraai geciseleerde wapens, mooi vlecht- en snijwerk en wajongpoppen waren daar bijeen. Een en ander was ingezonden door de vereeniging Oost en West, welke zich ten doel stelt meer belangstelling op te wekken in het werk der bewoners onzer Oost- en West-Indische bezittingen. Van die eenvoudige inlanders kunnen we nog ontzaglijk veel leeren, óók op dit gebied!
wit servies. - aardewerkfabriek ‘amstelhoek’, amsterdam.
Ook batikwerk en fraaie gevlochten matten waren tentoongesteld; het procédé van 't
| |
| |
batikken trok zeer de aandacht en moest een oneindig aantal malen aan de bezoekers worden uitgelegd, 't geen de heer Den Arend, vertegenwoordlger der sectie, steeds met evenveel bereidwilligheid deed.
statuette in grès. - mendes da costa. amsterdam.
gekleurd aardewerk. - aardewerkfabriek ‘amstelhoek’, amsterdam.
Een goed figuur maakten de cretonnes van Duco Crop naast deze voortbrengselen der Indische kunstnijverheid; buitengewoon origineel en meesterlijk van kleur en compositie getuigden deze fraaie lappen van een kunnen en weten, een meesterschap over de vormen der planten- en dierenwereld zooals zelden gevonden wordt, en die het heengaan van dezen kunstenaar op zoo jeugdigen leeftijd diep doen betreuren. Origineel als zijn cretonnes, waren ook zijn aquarellen, vóórstudies hiervoor zoowel als natuurstudies, die allen het kenmerk droegen van zijn overheerschende neiging voor styleeren, voor weergeven zonder copieeren, en die deze aquarellen zelf reeds maakten tot zuiver decoratieve versieringen.
Op verschillende punten der zaal waren de fraaie doeken opgehangen, zóó als zij ook, bij werkelijk gebruik als gordijnen, zouden moeten neerhangen Voorts bevonden zich in dezen hoek der zaal een gesmeed ijzeren lamp en een tweetal gesmede wandarmen voor gasverlichting. ontworpen en uitgevoerd door den kunstsmid Van Vuuren Uit deze zaal had men een fraai kijkje op de aardewerkzaal met de hooge gekleurde vensters, terwijl de raampjes boven in de doorgangen ook nu weer goed tot hun recht kwamen. Onder deze vensters waren ook aan deze zijde twee sofa's geplaatst.
zilveren schaal met emailversiering. - j. eisenlöffel, overveen.
In 't midden der zaal stond een hooge vitrine, waarin een drietal vazen van het oudere genre-Rozenburgsch stonden, ontworpen door Colenbrander. Aan de andere zijde der
| |
| |
vitrine bevonden zich de artistieke figuurtjes van Mendes da Costa. Welk een uitnemende kijk heeft deze artist op 't leven! Welk een uitdrukking weet hij in die kleine vrouwefiguren te leggen zoó dat zij als 't ware leven! Hij geeft ons echte typen te zien uit de Amsterdamsche achterbuurten, vrouwtjes met omslagdoeken, schoolkinderen, 'n bedelvrouw. Ook zag ik van hem een paar Javaansche danseressen, heerlijk mooi van beweging. En dan zijn dieren! Meesterlijk is hun natuur uitgedrukt en in enkele lijnen vastgelegd. Al deze beeldjes bereikten geen grooter hoogte dan vijf en twintig centimeter; 't waren miniaturen van een zeer bizonder soort. Van grès waren ze, en sommigen erbij waren blauw gekleurd; daardoor kwamen o.a. een kleine Javaansche danseres, en een clown goed tot hem recht.
zilveren kandelaar met emailversiering. - hoeker en zoon, amsterdam.
geelkoperen gaslamp. - j. eisenlöffel, overveen.
De volgende vitrine bevatte een aantal fraai gedreven zilveren voorwerpen van Eisenlöffel. Een bizondere zachte glans lag er over; zij hield 't midden tusschen glimmend en dof, beiden vervelend op den duur. Hier sprak 't metaal zelf meer dan gewoonlijk, juist door dien glans. De voorwerpen waren geciseleerd en zeer streng gehouden, sober van vorm en ornament. Door 't aanbrengen van kleine vakjes blauw email kregen zij een zeer passende versiering, die 't metaal zelf nòg meer deed uitkomen. Zilver is toch een mooi metaal; alleen, 't wil zeer teer behandeld worden, 't leent zich slecht voor groote voorwerpen. Dan maakt 't direct een lompen indruk, vooral wanneer 't daarbij nog gepolijst is en van druk ornament ‘voorzien’. Want versieren kan men zulk een lompen vorm toch niet, alleen misschien voor een oppervlakkig beschouwer door dat ornament aantrekkelijker maken. Velen verkeeren nog in den waan, dat een gedreven bebloemde of bekrulde zilveren vaas per se mooi moet zijn. Evenwel, van dergelijke fabrikaten was in onze sectie niets te vinden, men had 't verstand gehad, met die dingen weg te blijven. Daardoor vielen de inzendingen van Eisenlöffel. Begeer, Hoeker en Zwollo allicht niet zoó op als zij gedaan zouden hebben, wanneer men ze met specimen van de bovengenoemde soort had kunnen vergelijken. Van leelijke vormen geen spoor; eenvoud en dergelijkheid waren 't kenmerk van ons zilverwerk. Vooral Eisenlöffel, Hoeker en Zwollo bleven verre van den invloed dier oude school; verre van den stijl der slingerende bloemtakken en blaadjes, die men meent modern te zijn. Een eenvoudig gedreven of geciseleerd ornamentje, eerlijk in
| |
| |
't metaal geklopt of gesneden, email, vlak in 't metaal liggend, ziedaar hun versiering. Bij de inzending van Begeer waren heel enkele voorwerpen, die aan scherpe kritiek niet altijd zouden ontsnappen; ik kreeg soms den indruk van op Duitsche kunst geïnspireerd werk. Doch dat neemt niet weg, dat de totaal indruk zijner inzending een zeer goede was. Een fraaie collectie penningwerk uit zijne fabriek bevond zich in een afzonderlijke vitrine. Zwollo exposeerde een fraaie verguld-zilveren opengewerkte schaal, zeer sierlijk en luchtig van vorm, rijk, doch rustig, met eenige kleinere voorwerpen in een kleine vitrine.
roodkoperen theeservies.
hoeker en zoon, amsterdam.
Begeer en Hoeker hadden hunne belangrijke inzendingen tentoongesteld in een groote dubbele wandvitrine, waar zij onder mooie belichting een sieraad der zaal vormden. Eenige fraaie sarongs en matwerk, inzending van het Koloniaal Museum te Haarlem, vormden een goede decoratieve versiering boven de zilverkast. In de vitrine bij Eisenlöffel's werk bevonden zich nog enkele kleinere voorwerpen in gedreven metaal, en een tweetal fraai gesneden houten doozen, met geelkoperen hoeken. Dit werk was zeer gevoelig gesneden, uiterst vlak, en week zeer af van de algemeen gevolgde wijze van snijden in hout. Het was van de hand van Altorf.
zilveren bouilloir. - koninklijke utrechtsche fabriek van zilverwerken. c.j. begeer.
Een groote etalage van tapijten der firma Stevens nam de ruimte langs den scheidingswand der zalen in beslag. Deels gehangen, deels uitgespreid, kwamen deze fraaie Smyrna tapijten in 't volle licht uitstekend uit. Zoowel dessin als kleuren werkten mede tot het bereiken van een harmonisch geheel. Ieder tapijt was àf: gebroken was er met het stelsel van weef-maar-door, waarbij niet op grootte noch op met den vorm harmonieerend ornament werd gelet. Elk stuk was voor een bepaalde afmeting gemaakt, het ornament baseerde zich daarop, ontwikkelde zich binnen den rand, in overeenstemming met den vorm van 't tapijt, rechthoekig of vierkant. Zij zijn niet bestemd om gekerfd of geknipt te worden naar den vorm der kamer, doch eischen hun plaats in 't midden van 't vertrek, zooals
| |
| |
rationeel is! Men zit niet met de voeten langs den wand, daar is 'n wollen bedekking van den vloer dus overbodig!
zilveren theegerel. - kon. utr. fabr. van zilverw., c.j. begeer.
Van den beeldhouwer Zijl waren in den zaal nog twee bronzen beeldjes van bizondere proportie, en een afgietsel van een fries, aangebracht aan de nieuwe beurs te Amsterdam.
zilveren vaas. - kon. utr. fabriek van zilverwerken, c.j. begeer.
En thans de intérieurs. De firma Hillen exposeerde een groote eetkamer, geheel in donker eikenhout gehouden, meubels zoowel als betimmering. Ter weerszijden van den schoorsteen waren twee vaste kasten aangebracht tot berging van 't eetservies. Glazen deurtjes gaven een gezellig kijkje op hun inhoud. Nissen boven de kasten gaven gelegenheid tot het plaatsen van sierschotels en vazen. De schoorsteenmantel zelf van kleurige verglaasde steen, met zandsteenen neuten en dekstuk, sprong niet voor, doch lag in 't zelfde vlak als de kasten. Daardoor werd ruimte bespaard, en tevens boven den mantel een ruime nis verkregen, waarin een spiegeltje was aangebracht. Een fries van donkerblauwe stof, met gebatikt ornament in hoog geel, sloot de wanden der kamer af tegen de balkzoldering. De wandbekleeding was van dezelfde kleur, met een smalle band in geel. Door het tweelichts raam viel een gedempt licht, waardoor het vertrek een stemmigen indruk maakte, die verhoogd werd door de eenvoudige vormen der meubels. Doch keek men scherper, dan vond men overal versiering door snijwerk, bestaande uit motieven ontleend aan plant- en diervormen, geheel in overeenstemming met het begrip: eetkamer. Op den vloer lag een fraai blauw tapijt met geel ornament; tafel, zoowel als stoelen en buffetkastje gaven den indruk van soliditeit gepaard aan sierlijken vorm. Deze eetkamer was ontworpen door den architect Berlage, die ook in de kamer van 't Binnenhuis, grenzend aan de tweede zaal, eenige meubelen exposeerde, o.a. een schrijftafel van eikenhout. Het blad bestond hier uit twee dubbelvouwende kleppen, die ter weerszijde, dichtgeslagen, langs de zijkanten werden opgehangen, terwijl de voorzijde neerklapte en het schrijfvlak verleng-
zilveren gedenkpenning. - kon. utr. fabriek van zilverwerken c.j. begeer.
| |
| |
de. De eenige versiering van dit meubel bestond in koperbeslagwerk en sloten, terwijl de constructie sprak in de koppen der ebbenhouten pennen waarmede de samenstellende deelen bevestigd waren. Alleen 't blad was met vlak snijwerk versierd, evenals de voorvlakken der bovenregels. Door deze constructie was de vervelende ronde vorm van een cylinderbureau vermeden, terwijl tevens toch een afsluitbare ruimte voor berging van papieren werd verkregen. Hiernaast stond een vitrine met mooi snijwerk versierd, waarin een collectie glaswerk was tentoongesteld.
zilveren gedenkpenning. - kon. utr fabriek van zilverwerken, c.j. begeer.
Eveneens door Berlage ontworpen, hingen er een drietal electrische lampjes in rood- en geel koper uitgevoerd. Het vertrek zelf was met doek van blauwgrijze kleur bespannen, en werd verlicht door een kruisraam, waarvan het fraaie bovenlicht van gebrand glas het inschrift: Casa interna ('t Binnenhuis) bevatte De vloer was met gevlochten biezen matten belegd; in 't midden een mooi Smyrna tapijt. Tegenover het venster stond een eenig leuk schoorsteenmanteltje in eikenhout; het haardje van ijzer met geel koper, was gevat in een omhullend vlak van geslagen rood koper, waarop ijzeren reepen geklonken waren. 'n Buitengewoon sierlijk geheel; 't was ontworpen door Jac. van den Bosch, van wiens hand ook het eenvoudig uitziend buffet en de tafel met stoelen waren. In samenwerking met Lebeau, ontwierp Van den Bosch een kamerschut, dat door zijn fraaie kleur en goede verhoudingen direct in 't oog viel. Het bovengedeelte was door Lebeau in fraaie lichte kleuren op zijde gebatikt, terwijl de omlijsting van mahoniehout was.
zilveren vaas. - f. zwollo, amsterdam.
Voorts hing in 't vertrek een groote geelkoperen kroon, naar ontwerp van Van den Bosch, bestemd voor gas- en electrisch licht, een combinatie die 't nut heeft van nooit dienst te weigeren bij eventueele storing in de stroomtoevoer!
Aan de andere zijde der tweede zaal, tusschen deze en de Fransche afdeeling, bevond zich het vertrek, ingericht door J.A. Pool, te Zalt-Bommel - Haarlem, oprichter van de bekende werkplaats voor moderne meubelen ‘Onder den St. Maarten’. Hij exposeerde een volledig slaapvertrek; een tweetal bedden naar ontwerp van den heer Sluyterman, waren tendeele in een nis geplaatst, zooals men zou kunnen vinden in de bovenvertrekken van een landhuisje onder het dak. Een kruisraam met luikjes en bezet met glas-in-lood, verspreidde een zacht licht in het vertrek. Groote eenvoud heerschte er; zelfs gordijnen
| |
| |
waren, als overbodige weelde, weggelaten, 't geen dan ook strookte met het denkbeeld van buiten-wonen. De luikjes geven dan voldoende afsluiting! De meubelen waren uitgevoerd in donker gebeitst eikenhout; streng en logisch van vorm, waren zij tevens goed van proportie. De versiering bepaalde zich tot het aangeven der pennen met ingelegde stukjes ivoor, en volgde dus zuiver uit de constructie, terwijl ook, hoewel spaarzaam, eenig snijwerk de rechte lijnen op aangename wijze onderbrak. De sloten en hengsels van geelkoper, mede van eenvoudigen vorm, verlevendigden deze meubels nog meer; het is opmerkelijk, hoe enkele eenvoudige koperen plaatjes den indruk van degelijkheid van een meubel in hooge mate kunnen versterken! Men voelt als 't ware dan, hoe onaantastbaar soliede zulk een stuk huisraad is, het is alsof 't metaal, bekend als onvergankelijk, die onvergankelijkheid afstraalt op 't voorwerp dat het siert!
gedreven coupe. - f. zwollo, amsterdam.
Het vertrek bevatte voorts nog een waschtafel met wit marmeren plaat, waarboven een spiegel was opgehangen, gevat in een houten raamwerk, welks beide kleinere vakken met oranjegeele zijde bespannen waren. Jammer dat de wijze van ophangen niet duidelijk bleek, men kreeg den indruk dat de spiegel met de waschtafel één geheel vormde, waardoor ten onrechte een impressie van slechte constructie gemaakt werd. Een toilettafel met spiegel, eenige stoelen met hooge, doch zeer gemakkelijke zitting, een tweetal nachttafels van aangenamen practischen vorm - op alles dient gelet, waarom ook niet op deze trouwe dienaren! - vormde de verdere meubileering van 't vertrek. Bovendien hadden hier een elegant theetafeltje en een boekenkastje een plaats gevonden. Een en ander was op degelijke, eenvoudige en smaakvolle wijze bearbeid; 't zelfde dient gezegd te worden van de aardige koperen lampjes, voor gas-, petroleum- en electrisch licht, welke deels stonden, deels als wandarmen waren aangebracht. De vloer was met gevlochten biezen matten belegd, in 't midden bedekt door een fraai tapijt van de Haagsche Smyrnatapijtfabriek. Eenige leuke kleine gebrandschilderde ruitjes van Schouten deden in dit vertrek zeer goed; het geheel had een intiem karakter, juist zooals ik reeds boven zeide: 't gaf den indruk van een kamer in een landhuisje, rustig en stil.
Het vierde vertrek, ingericht door de maatschappij Arts and Crafts te 's-Gravenhage, was toegankelijk van uit de tweede groote zaal, door een vreemdsoortige schuin opwaarts toeloopende deuropening, met een bovenlicht, welks kromlijnige ruiten hevig in strijd waren met de archaïsch-stevige onderconstructie. De bedoeling van den ontwerper was, een moderne hall te geven, doch door de inrichting der gebouwen was hij gedwongen in 't vertrek een houten zoldering te maken, waardoor de oorspronkelijke beteekenis geheel verloren ging. De betimmering en de meubels waren van djatihout, ingelegd met ebbenhout en ivoor, keurig afgewerkt, maar naar 't mij voorkomt, wel wat druk in de versiering. Een vreemdsoortig meubel in 't midden van 't
| |
| |
vertrek trok zeer de aandacht; men zou 't gevoegelijk een tafelstoel kunnen noemen, ware 't niet dat deze benaming herinneringen opwekte aan zekere zeer jeugdig periode, die het menschdom - en blijkbaar ook de moderne kunst - moet doormaken! Uit dien tijd stamde ook de schouw in dit voorhuis, onder welker stramme pooten een klein haardje schuilde, beladen met reusachtige talhouten. Een en ander was totaal overbodig, daar de hall voor centrale verwarming was ontworpen de warme lucht zou moeten toetreden door: openingen in koperen platen onder in de lambriseering. Evenals het houtvuurtje waren ook die platen slechts gemarkeerd en vervangen door hout ingelegd met ebbenhout. Vreemd toch - ik dacht altijd dat de moderne sierkunst in de eerste plaats eischte: waarheid.... Die schouw deed mij denken aan een kalkoven, alleen is 'n dergelijk bouwwerk minder brandbaar. Een mooi tapijt van Colenbrander, van de Deventerfabriek. lag in 't midden van 't vertrek. Ook de gebatikte roodfluweelen bekleeding der banken was goed, evenals 't tochtscherm bij den ingang. 'n Echt Duitsche staande klok stond eenzaam tegen de rechterwand, welks beschildering mij alweder terugvoerde tot die zekere periode - maar nu die der wereldwording, van den chaos.... Dáárom zeker ook de teekens van den Dierenriem op de klok denk ik. Laten wij toch niet overdrijven, in versiering vooral niet! Al die mooidoenerij zonder zin is onzin. Exentriciteit kan 't degelijkste werk bederven, en 't moet gezegd, 't werk was degelijk.
eiken schoorsteenmantel met gesmeed roodkoper en ijzeren haard. - jac. van den bosch, ‘'t binnenhuis’, amsterdam.
De galerij voor grafische kunst bevond zich naast deze hall. Hier was alles saamgebracht wat betrekking had op boekversiering en boekillustratie, terwijl enkele meubelen hier eveneens een plaats vonden. Deze waren ingezonden door de firma Wisselingh en ontworpen door Lion Cachet; met fraai inlegwerk versierd, zouden deze meubels - een tweetal stoelen uitgezonderd die goed waren - zeer mooi kunnen zijn, wanneer de vorm, 't geraamte, logischer en eenvoudiger ware geweest. Een leunstoel met wijd uitstaande pooten gaf niet den indruk van degelijk doordacht te zijn wat constructie betreft.
Van Dysselhof, eveneens medewerker der firma Wisselingh, waren hier de bekende fraaie wandschilderingen geëxposeerd, welke vroeger, vereenigd, een kamer sierden in 't huis van Dr. van Hoorn. Hoe jammer, dat men voor deze ongeëvenaarde paneelen geen betere omlijsting wist te kiezen dan wit vurenhout!
| |
| |
't Is bijna een beleediging. Welk een leven zat er in die flamingo's en pelikanen! Er is verwantschap tusschen Dysselhof's kunst en de Japansche, beiden zoo raak van teekening, zoo subtiel in detail en toch zoo één van compositie. En dan de fraaie blauwe tinten waarin de geheele compositie gehouden was, met de witte vogels teer daartegen uitkomend. Mede van zijn hand bevond zich hier een tochtscherm, op gelijke wijze met dierfiguren versierd. Ik sprak van schildering, doch geschilderd waren ze niet, die witte vogels en leuke aapjes; de doeken waren gebatikt, en dat procédé gaf er nog grooter charme aan.
eenvoudige meubelen. - h.p. berlage, architect, ‘'t binnenhuis’, amsterdam.
geelkoperen electrische- en gaslamp. - jac. van den bosch, ‘'t binnenhuis’, amsterdam
Langs den wand waren eenige ondiepe vitrines aangebracht. Een dezer bevatte fraaie batikwerken, kleine, mooie lapjes, waarbij enkelen van Jessurun de Mesquita, mej. Weerman en anderen. Het Koloniaal Museum te Haarlem stond eenige zeer fraaie doeken af, volgens 't zelfde procédé hier te lande vervaardigd. Aan de overzijde was een vitrine met boeken en illustraties. Ik zag hier bekende werken van Van Hoytema als ‘Uilengeluk,’ ‘Twee hanen’ e.a., en houtsneden van Veldheer, uit 't bekende werk ‘Oude Hollandsche dorpen’; entêtes van Lauweriks, houtsneden van Derkinderen, Veldheer en Van den Berg.
| |
| |
interieur gebouw der assurantie-maatschappij ‘de nederlanden’, 's gravenhage. - h.p. berlage, architect, amsterdam.
Voort was er een prachtige collectie boekbanden van onze eerste sierkunstenaars. Ik noem het werk van Loebèr, van Smits, Rueter, Moulijn, Th. Nieuwenhuis, Heukelom, Toorop, Berlage, Lauweriks. 't Wordt een droge opsomming tenslotte; onmogelijk is 't, een indruk van dit groote onderdeel onzer expositie te geven zonder ieders werk afzonderlijk te behandelen, en met de noodige illustraties toe te lichten. Een uitvoeriger bespreking dezer werken behoud ik mij voor om nu te volstaan met nog eenige bekende boekbanden te noemen, waaronder wel gerekend kunnen worden de banden van Couperus' werken, o.a. ‘Hooge Troeven’ en ‘Babel,’ ontworpen door Lion Cachet en ‘Psyche,’ door Toorop.
spiegellijst. - ontworpen door lauweriks.
Een klein nevenzaaltje bevatte een aantal affiches waaronder zeer goede van Lauweriks, Van Hoytema, de Wetstein Pfister, Van der Laars e.a. Opvallend was 't, dat de ontwerpen van bekende schilders als Willy Martens, Mesdag, Henricus, Bauer, allen m.i. min of meer te vrij waren opgevat; in hun affiches was een groote neiging voor naturalisme niet te miskennen, 't geen hun werk
| |
| |
canapé. - ontworpen en uitgevoerd door lauweriks.
eetkamerbetimmering en ameublement uitgevoerd door j.b. hillen. amsterdam. - h.p. berlage, architect.
| |
| |
wel eens deed achterstaan bij het streng vlakke werk der sierkunstenaars van professie. De decoratieve kunst legt haren beoefenaars meer aan banden, eischt èn in kleur, èn in 't detail grootere zelfbeperking van hen, dan de schilderkunst; vandaar die te vrije opvatting der compositie, die zoo spoedig kan leiden tot disharmonie. Zelfs ging Mesdag zoover, dat hij trachtte tusschen de zusterkunsten een compromis te sluiten, getuige 't bekende affiche dat in elk spoorwegstation hangt: een zware ketting, gespannen over de Noordzee, tusschen Vlissingen en Queensborough, aangeduid op een landkaart; een vlakke versiering dus - behalve de ketting. - Doch deze vlakversiering gaat zeer geleidelijk over in een zeegezicht met pinken aan de bovenzijde van 't affiche! Een grove misvatting die weder op rekening van 't naturalistisch schilderen moet gesteld worden, 'n hinken op twee gedachten, dat met moderne opvattingen van vlakversiering geheel in strijd is. Gelukkig vond ik deze pogingen tot verzoening bij geen der anderen herhaald! Behalve affiches waren in dit vertrek nog eenige zeer verdienstelijke kalenderstentoongesteld, waarbij er waren van Rueter en Van der Waarden - de bekende kalender Bloem en Blad. - Een groot aantal fraaie bloemstudies van Duco Crop, - ik sprak reeds over zijn cretonnes - geheel als vlakversiering opgevat, besloeg een der wanden van de grafische galerij. Ik weet niet, wat méér in hem te bewonderen, zijn kloek neerschrijven der vormen of zijn wondervolle kleuren, die eveneens in zijne cretonnes op zulk een harmonieuse wijze gecombineerd waren.
gebouw der brandassurantie-maatschappij ‘de nederlanden’, 's gravenhage. - h.p. berlage, amsterdam.
Van den beeldhouwer Hack bevonden zich hier enkele fraaie afgietsels van beeldhouwwerk in laag relief aanwezig in 't nieuwgebouwde American-hôtel te Amsterdam. Enkele architectonische teekeningen van Van Arkel, Van Mansveld en Van den Berg, met eenige fraaie boekversieringen, culs-de-lampe en en-têtes van Rueter, wil ik nog noemen.
Over 't geheel genomen, gaf de Hollandsche sectie wel den indruk van voorname degelijkheid en eenvoud; vergeleken bij het buitenlandsche werk, was 't Hollandsche in vele opzichten kernachtiger, kloeker gedacht, zonder te verstijven in starre zware lijnen van gezochten vorm, zooals b.v. veel Duitsch werk vertoonde. Een frissche geest, jong leven tintelde in ons werk; dat dit geen overschatting van de beteekenis onzer kunstnijverheid is, toonen wel de waardeerende uitdrukkingen, door verschillende bekende buitenlandsche
| |
| |
artisten gebezigd over de Hollandsche afdeeling. Ik volsta met er een paar te noemen; Von Berlepsch, de ontwerper der Duitsche afdeeling, sprak als zijne meening uit, dat ‘Holland beslist het best’ was. Walter Crane zeide van onze inzending o.a. dat zij was: ‘aantrekkelijk door haar rustige hoekjes en harmonieuse kamers, door het karakter en 't uitstekende handwerk dat het tentoongestelde vertoonde.’ En verder: ‘Men wordt zich daar bewust van een alles bezielend huiselijk gevoel, van den invloed van een algemeenen practischen geest, die dingen ontwierp om er mede te leven, en zijn aandacht hoofdzakelijk samentrok op 't woonhuis.’ Een vleiend oordeel voorwaar! En gaat men de lijst der bekroningen na, dan vindt men daarin die algemeene waardeering weder, uitgedrukt door 't, in verhouding tot andere landen, enorme aantal bekroningen van Hollandsche inzenders. Voor ons land was de Turijnsche tentoonstelling een beslist succes!
gebouw der brandassurantie-maatschappij ‘de nederlanden’, amsterdam. - h.p. berlage. architect, amsterdam.
Hulde aan de mannen, die onverschrokken streefden naar bereiking van dit doel; aan hun initiatief en taaie volharding is het te danken, dat de naam van Holland in 't buitenland nu ook op decoratief gebied met eere wordt genoemd. En aan onze sierkunstenaars blijft nu de taak, dien eens verworven roem hoog te houden!
Haarlem, November 1902.
|
|