Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 10(1900)– [tijdschrift] Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 78] [p. 78] Bittere bron. Door Evangeline. In den winternacht ben ik heengegaan Waar het sneeuwbosch sliep in het licht der maan. In de neevlige lanen was 't grijs en koud; Als een doodengewelf was het gansche woud. En zwijgend stonden de boomen rondom Als een bleeke, roerlooze schimmendrom. Steeds verder volgde⁀ik 't besneeuwde pad Tot een opene plek ik gevonden had. En diep onder 't kille, loodzware kleed Daar heb ik begraven mijn last van leed. ..................... Maar de lentewind riep, en ontwaakt is het woud, En 't zonnegoud glansde op 't groenende hout. Toen ben ik gegaan naar die plek in het bosch, En ik vond er een bron, ontsprongen in 't mos. Dat murmelde⁀en lokte met zoet gevlei: ‘Kom, drink, en rust voor een wijle bij mij!’ Toen dronk ik een teug uit den glinst'renden vloed, Maar 't brandde⁀in mijn ziel met verterenden gloed.... Vervloekte bron van mijn bittere smart, Wéér hebt gij vergiftigd mijn hoopvol hart! Vorige Volgende