Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 8
(1898)– [tijdschrift] Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 275]
| |
Schetsen uit New-York.
| |
[pagina 276]
| |
Geen annonce, die het karakter der Westelijke Staten beter kenmerkt dan deze: ‘The Boy-Murderer to be hanged - only fourteen years old. The mayor proposes because the boy is not heavy enough to put big stones at his feet.’ Hoe vindt ge zoo iets? Vreeselijk, niet waar? En gretig koopt 't publiek die kranten. Ook grappige aankondigingen vindt men soms zooals: ‘Eulalia was angry’ of ‘Loving hearts sundered’ enz. Peddlers Chatham Square, New-York.
Gij moet dat gewoel en die drukte in de vestibules der krantenbureaux eens bekijken en dan daarbij b.v. dat van ons ‘Nieuws v.d. Dag’ vergelijken. Gij wordt bijna omvergeloopen, men trapt u op de teenen, ge krijgt een duw, dat ge rechtsom en een stoot dat ge linksom draait. Zenuwachtig vliegt en holt ieder voor z'n ‘business.’ Aan de groote, ronde lessenaars staan menschen hun advertenties te schrijven, voor de loketten der verschillende afdeelingen weer dringende rijen menschen. Ieder heeft haast en doet z'n zaken zoo snel mogelijk. Weer op straat stuit gij op den menschenstroom, die juist van den Brooklyn-Bridge komt. Gij kunt niet voort door die aaneengesloten, hollende menigte en gij doet wijs te wachten tot de massa voorbij is. Zoodra er wat ruimte is, kunt gij dan trachten uw weg te vervolgen, totdat een nieuwe menschenlading en nu uit het eindstation der 3e Ave elevated, op u aanrukt. Die drukte heeft iets overweldigends, iets verdoovends, iets dat u angstig maakt. De huizen op dit gedeelte zijn enorm hoog, terwijl de reeks besloten wordt door het allerhoogste, de World-Building. Voorbij den ingang der Brooklynbrug is de drukte veel minder. Het deel Park-Row van hier tot aan het begin der Bowery is even smerig en donker als de Bowery. Er loopt over 't geheel een haastiger en beter publiek; maar de kleine restauraties en de ‘pawn shops’ verschillen geen haar van hunne | |
[pagina 277]
| |
collega's ginds. Vlak bij Park-Row, op den hoek van New-Chamber- en Duanestreet, ziet men een kolossaal gebouw. Een uithangbord met de woorden ‘News-Boys Lodging’ trekt uwe aandacht, voornamelijk omdat gij reeds zoovelen van de bewoners hebt gezien, zonder te kunnen begrijpen hoe die leven en werken. De inwoners van New-York, Brooklyn en de geheele naaste omgeving dezer steden zijn zeer nieuws- of liever weetgierig. De meeste hebben groote afstanden af te leggen om hunne kantoren te bereiken en den daarvoor benoodigden tijd besteden zij, jong en oud, arm en rijk, vrouwen en mannen, aan het lezen hunner kranten. In de behoeften van het zeer gemengde publiek wordt door minstens een 20tal dagbladen voorzien, het meerendeel uit een 10-16 pagina's bestaande. Brooklyn Bridge.
Vóór dat men zich naar zijn werk begeeft koopt men dus zijn krant, 't zij aan de spoorwegstations, aan een ‘bookstand’ òf bij een ‘news-boy’. Deze jongens kan men overal vinden, in elk deel der stad, hoewel de meesten in ‘down-town’ hun waar zoeken te verkoopen. Zij hebben meestal een bundeltje van de drie of vier der meestgelezen nieuwsbladen onder den arm, terwijl wanneer hun voorraad op is, de naaste bookstand weer nieuwe exemplaren kan verstrekken. De leeftijd dezer jongens wisselt af van 8 tot 20 jaar. Vuil, smerig, haveloos in de kleeren, hebben zij een ‘pluck’ en een energie, zooals die zich in dit beroep bij andere naties maar weinig zal voordoen. De strijd om het bestaan en de zucht naar onafhankelijkheid maakt deze kinderen reeds jong tot | |
[pagina 278]
| |
kordate en flinke mannen. 't Is overigens 'n zoodje - de sterkeren en ouderen verdringen de zwakkeren - en ik kan hun onderling-zijn niet beter vergelijken dan bij een massa apen in één kooi. Dat de taal die ze uitslaan en hun zedelijk gedrag niet prima is, valt licht te begrijpen; altijd op straat, meestal geen ouderlijk huis en een totaal gemis aan opvoedende leiding, dit alles maakte van dit volkje jeugdige wilden, voor wie niets heilig en niets onschendbaar was. Was, want eenige jaren geleden trok de Children's Aid Association, vereeniging voor kinderbescherming, zich de zaak aan en richtte het gebouw op, waarvan ik u thans iets wil vertellen. Extra Sun or World Bors. News-boy.
De ‘News-boys Lodging’ is een zeer groot gebouw met ruime luchtige zalen en den kompleeten inventaris eener kazerne. Groote frissche slaapzalen, een gymnastiek-lokaal, gezelschapszalen, badkamers, in een woord alles wat tot een dergelijke inrichting vereischt wordt. Een superintendent met een groot personeel is aan de inrichting verbonden. De jongens logeeren er per nacht en betalen iederen dag voor hetgeen ze gebruiken willen, vóóruit. Een vrij bed kost hun 6 cent per nacht, terwijl het voedsel naar evenredigheid zeer weinig kost. 's Morgens om 5 uur is 't réveille en verlaten de jongens het huis om er niet voor 6 uur 's avonds, d.i. ‘suppertime’ terug te komen. Wanneer zij dat wenschen, kunnen zij hun geld of wat zij verder aan kostbaars bezitten daar in veilige bewaring laten. De avonduren kunnen ze naar vrije verkiezing gebruiken om zich te ontwikkelen of zich te amuseeren. Ik zag van een der jongens alleraardigste teekeningen; een bewijs, dat behalve hun ‘vak’ ze ook nog soms andere talenten bezitten. Trouwens de groote Edison zelf is zoo'n kleine, havelooze krantenverkooper geweest. Wanneer zij energie en talent hebben werken zij er zich ook wel bovenop - en geen land ter wereld waar minder naar het verleden gevraagd wordt dan Amerika. Verscheidene gaan later in 's lands dienst, en vele der nette, kranige matrozen, zooals wij bij de groote Naval Review honderden konden zien, begonnen hun loopbaan als ‘news-boy.’ De kosten voor hun onderhoud, al zijn ze niet groot, worden juist daarom geheven, opdat zij zich vrije, onafhankelijke, door hun werk | |
[pagina 279]
| |
levende menschen zullen gevoelen en geen luie nietsdoeners zullen worden. De ‘smart’jongens verdienen goed geld, zooveel zelfs, dat zij soms een aardig bedrag aan dollars op de spaarbank hebben. Hun bestaan is anders verre van gemakkelijk of aangenaam. Bij de felle koude, die hier 's winters heerscht, is hun lot verre van benijdenswaardig - maar 't is hun ‘business’ en geen die zich beklagen zal. Elken nacht maken 5 à 600 jongens van deze philantropische instelling gebruik, eene aantal gasten waarop iedere hotelhouder jaloersch moet zijn, hoewel de kwaliteit minder in hun smaak zou vallen. Met Christmas hebben de jongens een kerstboom en worden ze onthaald op een volslagen diner. Dan heerscht er eene opgewekte, vroolijke stemming en worden zij weer eens kinderen, een oogenblik het harde, ruwe dagwerk volkomen vergetend. Overdag wanneer de jongens er niet zijn, worden de lokalen gebruikt voor scholen, in 't bizonder voor Italiaansche kinderen. Men vindt nog een paar van die inrichtingen, o.a. een in Leonard-street. Het beneden-lokaal der Lodging is dan de bewaarschool, terwijl in de andere de ‘groote school’ gehouden wordt. Alleraardigst zijn die gele, zwartharige kindertjes, waaronder kleine schoonheden. 't Is verwonderlijk zoo gauw als de kleinen 't Engelsch, waarin alles onderwezen wordt, leeren begrijpen en spreken. Behalve de ‘teacher,’ een aardig, geduldig en intelligent meisje, die de iets gevorderden onderwijst, is er voor de babies van 3 tot 6 jaar een jonge Italiaansche, die dikwijls als tolk moet dienen, wanneer de rimpelige, gele, verlepte moeders hun kinderen komen halen. Van de News-boys komen we van zelf op de kranten, de papers, zooals ze hier heeten. Hierboven zeide ik het reeds, minstens 20 lokale bladen, waaronder Duitsche en een zeer lezenswaardig Fransch, verschijnen dagelijks. Bovenaan staat de ‘Herald’, het eigendom van den grooten Bennett; de krant bezit een eigen telegraafkabel naar Europa en wordt beschouwd als het eerste en beste blad in Amerika, mogelijk ter wereld. Met de ‘Times’, ‘Telegram’, ‘Evening Post’ en een paar kleinere behoort het tot de neutralen, terwijl de ‘World’, de ‘Sun’, de Fransche ‘Courier’ en het Duitsche orgaan de ‘Staats-Zeitung’, een paar Iersche en Italiaansche bladen bepaald demokratisch zijn. De ‘Recorder’ (de eenige krant ter wereld, die met gekleurde platen verschijnt)Ga naar voetnoot*), de ‘Commercial Advertiser’, de ‘Tribune’ en een aantal kleinere, zijn sterk gekleurd republikeinsch. De strijd tusschen deze twee machten is ongeveer dezelfde als tusschen werknemer en werkgever - labor and capital -; terwijl de demokraat liberaal is, is de republikein behoudend. De republikein is hier de monopolist. Bestaan de dagelijksche groote bladen reeds uit een eerbiedwaardig aantal pagina's, het is nog niets bij de Zondagsnummers van ‘Herald’ en ‘Recorder’, die varieeren van 40 tot 50 pagina's en kosten meer iets dan de dagelijksche | |
[pagina 280]
| |
nummers, toch nog een bagatel, 5 Amer. centen; de weekdagprijzen zijn 3 cent voor de ‘Herald’ en 2 cent voor de meeste andere. Het Zondagsnummer der ‘World’ vulde bij de feestelijke viering van zijn 10jarig bestaan 100 pagina's. De inhoud der kranten, vooral van de Zondagsnummers, is zeer interessant. Steeds vol illustraties, waaronder zeer knappe, geven zij artikelen en beschouwingen over alles en nog wat. De ‘Recorder’ b.v. geeft steeds uitmuntend geteekende gekleurde full-page prenten van de gebeurtenissen van den dag. Ieder keer vol met weer nieuwe prijsraadsels, zoeken zij elkander den loef af te steken. Ter gelegenheid van de Presidentsverkiezing had de ‘Herald’ de vraag opgegeven, hoeveel stemmen de te benoemen president zou krijgen. Voor de beste gissing loofde het uit een vrije reis van drie maanden om de wereld, voor de daarop volgende een ‘free trip’ naar Europa en voor de derde een biljet van 100 dollars. De ‘Recorder’ is wel het vindingrijkst. Minstens iedere week heeft het een nieuwen wedstrijd, 't zij voor 't beste artikel over de kwestie of de man gerechtigd is zijn vrouw te slaan, wie de moderne Venus is (mededeeling met opgaven van maten en portret), wie ‘the coziest corner’ in z'n huis heeft, wat voor de vrouw het beste middel is om lang jong te blijven, enz. enz., en looft daarvoor prijzen uit tot een vrij hoog geldelijk bedrag. 't Moeten zeer menschkundige en ingénieuse lieden zijn, die aan het hoofd staan van dergelijke ondernemingen. De nauwgezetheid en de bescheidenheid der reporters laat overigens wel eens wat te wenschen over. Zij vertellen met de grootste koelbloedigheid de intiemste bijzonderheden. Als iemand zich gebrand heeft of eene kleine verwonding opgeloopen, kortom eenige aanleiding, al is die nog zoo klein, geeft om genoemd te worden, komt eerst zijn naam en woonplaats voluit, dan volgt de naam zijner vrouw en verder de mededeeling of hij vroeger getrouwd was, hoe z'n hond heet enz.; alles, alles pluizen de onbescheiden reporters uit, niets ontziende, als zij maar lektuur en liefst gepeperde voor hunne lezers hebben. Daar er volkomen vrijheid van drukpers, en censuur een ongekend iets is, kunnen zij schrijven wat zij willen. Men kan ‘sue’, - 't is echter beter voor den betrokken persoon te zwijgen. Op zijn werk heeft 't toch geen invloed; hij verdient zijn money juist voor wat hij waard is. De aktiviteit der verslaggevers is bewonderenswaardig en de snelheid der teekenaars ongelooflijk. Wat den eenen dag gebeurt, is den volgenden dag in groote gekleurde prent afgebeeld, en ik verzeker u, dat uitstekende krachten hieraan werken. En hun stijl, althans der leidende bladen, is zeer aantrekkelijk. Is New-York als stad reeds zeer interessant, haar voortbrengselen, waarvan de pers een der karakteristiekste is, zijn kinderen der moeder volkomen waardig, en een bewijs wat onvermoeide kracht, gepaard aan reusachtige hulpmiddelen, tot stand kunnen brengen. |
|