In dezen smaakvollen, beschaafden stijl is heel ‘Miserere’ geschreven. Anna de Savornin Lohman komt als eene volkomen ontwikkelde letterkundige artiste zich aanmelden. Hare pen kan zich meten met de beste. Is hare studie, hare opvatting van het leven even uitmuntend?
In de genoemde novelle moeten de verloofden scheiden - nadat de luitenant Derfurt bekend heeft, dat hij geruïneerd is. Deze ruïne is hoofdzakelijk te wijten aan Derfurt's overleden vader, een officier der marine, die zijn vermogen lichtzinnig verkwist had. De trotsche familie van Halthewhegen gebiedt Lucie alle betrekkingen met den verarmden officier af te breken. Lucie besluit trouw op hem te blijven wachten, maar hare ouders laten haar uit logeeren gaan bij eene tante in de hoop, dat zij in Den Haag spoedig tot andere gedachten zal komen.
In Den Haag weten alle jonge dames dadelijk het geheele verleden van Lucie. Ze spreken er van op de uit Parijs overgewaaide afternoon-tea's. Zeer mooi zegt de auteur: ‘Al die blonde en bruine kopjes, verheerlijkt in den glans van de laatste wegstervende zonnestralen, die naar binnen speelden, bogen zich ijverig, met ingespannen aandacht, tot elkaar, om dat wreed genot van in de geheime wonden eener zusterziel te kunnen wroeten.’
Lucie gaat in Den Haag veel uit, en komt in het overdenken van haar verleden reeds tot de slotsom, dat Derfurt, door het verzwijgen van den waren staat van zaken, haar zeer veel leed heeft berokkend.
Nu komt een nieuw pretendent, Jhr. Otto Relff, een aristokratische coureur de dot, die met behulp van Lucie's tante haar bijna met geweld dwingt hem tot man te nemen. Bij gelegenheid van het huwelijk vindt de auteur het gepast eenige zeer scherpe dingen te zeggen tegen den predikant, die het huwelijk inzegent, hoewel het niet volkomen duidelijk blijkt in welk opzicht de predikant zooveel bitterheden verdient. Het huwelijk is natuurlijk ongelukkig. Lucie's kind sterft zeer jong. Zij zelve zoekt verlichting door naar een zeer rechtzinnig predikant te luisteren. Niets baat. Nu komt plotseling het overlijden van Jhr. Relff - en gevoelt zij zich als bevrijd van een zwaar juk.
Den volgenden zomer ziet zij in een vestibule van een hôtel te Scheveningen Derfurt terug. Hij heeft een knaap bij zich, dien Lucie voor zijn zoon aanziet, maar alleen het kind is van een vriend, een sinjo. Zij noodigt Derfurt dringend uit haar te komen bezoeken, en deze ziet aan haar visitekaartje, dat zij nu heet: Madame la Douarière Relff-Halthewhegen. Hij komt haar bezoeken, maar zijne liefde is dood, is gestorven op den dag van Lucie's huwelijk. Zij verzoekt om vergiffenis, daar zij niet gewacht heeft, en openbaart hem hoe diep ongelukkig ze is geweest. En dan volgt deze dialoog:
‘“Het leven is wreed,” zei hij meewarig troostend.
Zij begon te snikken.
“Ja, het is wreed geweest. Voor mij ten minste,” klaagde zij. “O, ik ben er zoo moe van, zoo moe.”
“Gij zijt de eenige niet. Wij worden alle(n) vermoeid door het leven, vroeg of laat,” zei hij weemoedig. “Er blijft niets anders over dan wachten.”
“Waarop wachten?” vroeg zij.
“Op den dood, die ons geneest.”’
En dan deelt de oud-cavallerieofficier nog eene overweging mee. Men kan het leven niet op nieuw beginnen - iedere daad heeft onverbiddelijke consequentieën. Ze zouden elkaar niet meer kunnen liefhebben, want het leven was tusschen hen gekomen.
Er is heel veel waarheid in alles, wat hier gesproken wordt. Derfurt is ontzaglijk verstandig en praktisch, en tevens op bescheiden wijze zelfzuchtig, daar