Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 4(1894)– [tijdschrift] Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 417] [p. 417] Zijn er zoo? Eene vertelling. Door Jac. v. B. Jan Jansen was een anarchist, Een echte democraat. Hij zei: genoeg geredetwist, Storm om al wat nog staat. Daar is geen recht meer in het land, En, als je er veel van zegt, Is de politie bij de hand En sleurt je voor 't gerecht. Vrouw Jansen, ja - je vindt het meer! - Was wijzer dan haar man; En, raasde Jan ook nog zoo zeer, Ze zei daar nooit veel van. Ze dacht: och man, raas jij maar toe, En brom maar in je baard! Je wordt het zelf toch 't eerste moê! Zóo bleef de vreê bewaard. Op zeekren Zondagmiddag, hoor! Raast Jan weer, wat hij kan, En draaft weer op zijn stokpaard door Als een bezeten man; Scheldt staatsliên en ministers uit, En maakt zich duchtig boos; Spreekt groote woorden, overluid, En vloekt als een matroos. Och, lieve hemel! denkt zijn vrouw, Wat 's dat toch een gezeur!.... Ze hoort wat... Jansen, kijk eens gauw! Men klopt daar aan de deur. Geheel bedaard keert Jansen weer; Hij heeft een telegram.... Dit meldt den dood van Overmeer, Zijn oom in Amsterdam. [pagina 418] [p. 418] Geef spoedig mij mijn laarzen aan, Roept Jansen, kom, gezwind! Terstond heeft hij die aangedaan; En voort gaat 't als de wind!.... Zijn vrouw geniet alleen den disch, En denkt: wat is het stil, Nu manlief zoo vertrokken is.... Wat had hij weer een gril! Vier dagen spoeden rustig heen; Bedaard keert Jansen weer, En, weder met zijn vrouw alleen, Zegt hij zoo onder meer: Ik moet jou eens wat zeggen, mensch? Die allerbeste oom Tom Liet stervend ons zijn zegenwensch En.... o, zoo'n mooie som! En hoor nu, wat verandering Bij Jansen de erfnis gaf; De man, van wien ik u thans zing, Zwoer al zijn ‘ismen’ - af! Hij werd een steunpilaar der kerk.... Een sieraad van zijn stand.... En hij schold nooit meer - dan op 't werk Van anarchisten hand. Vorige Volgende