Uit de studeercel der redactie.
In Februari 1873 werd te Parijs in het Odéon - second théâtre français - voor het eerst vertoond: Les Erinnyes, tragédie en deux parties door Charles Marie Leconte de Lisle, den grooten poëet, die voor eenige dagen, 76 jaren oud, het tijdelijke zegende. Les Erinnyes schijnt met den kalamos van Aeschylus geschreven. De twee hoofdafdeelingen dragen de titels: Klytaimnestra en Orestès. Het tooneel stelt voor het oude paleis van Pelops te Argos - een somber gebouw met kegelvormige, dikke zuilen zonder voetstukken. Het is nacht. Rondom het paleis zweven de Erinnyen, de Furiën, onder aanvoering van Alecto, Tisiphone en Megaira, gruwelijke oude heksen in witte gewaden, met slangenhair over den rug en over het gelaat. Bij het doorbreken van de morgenschemering verdwijnen ze. Een koor van grijsaards treedt op, en hoort de klachten van twee dienaars van Agamemnon, Talthybios en Eurybates. Zij bejammeren het, dat er al tien jaren vervlogen, sedert de Helleensch helden onder Agamemnon en Menelaus naar Troje vertrokken. Maar zij moeten zwijgen, want:
‘La femme qui commande avec un coeur de fer
N'attend plus le héros qu'a pris la sombre mer.’
Een waker kondigt den ondergang van Troje en de terugkomst van Agamemnon aan. Klytaimnestra, gevolgd door hare vrouwen, bevestigt de goede tijding. Ze herinnert er aan, dat het bloed van Iphigenia gestroomd heeft, om dezen gelukkigen uitslag te verkrijgen. Agamemnon verschijnt met de Trojaansche profetes Kasandra en andere gevangenen. Hij wordt met vleiende woorden door Klytaimnestra ontvangen, die hare vrouwen gebiedt purperen tapijten voor zijne voeten uit te spreiden. Agamemnon wil geen overdreven lof; hij zegt:
‘Il convient d'être sage et maître de soi, femme!’
Hij beveelt haar zachtmoedig te zijn voor de slavin Kasandra, de dochter van Priamus. De koningin noodigt Kasandra haar te volgen - maar de gevangene verroert zich niet. Als zij haar nu gebiedt niet te dralen, blijft de profetes weder onbeweeglijk staan. Zij heeft de toekomst gezien, en weet wat lot haar wacht.
Aan de dienaars van Agamemnon zegt Kasandra, dat haar stervensuur is gekomen. Zij voorspelt den moord van Agamemnon. Zij herdenkt het gevallen Ilion, en de stroomen, de Skamandrus en de Simoïs:
‘Fleuves, Dieux fraternels, qui, dans vos frais courants,
Apaisiez, vers midi, la soif des boeufs errants,
Et qui, le soir, d'un flot amoureux qui soupire
Berciez le rose essaim des vierges au beau rire!’
de rivieren, die nu de lijken der gestorven helden naar zee voortstuwen! Kasandra, de geliefde van Apollo, die nimmer geloofd werd, omdat zij Apollo's liefde niet wilde beantwoorden, voorspelt nu aan Talthybios en Eurybates, dat Argos de prooi der Erinnyën - dat Agamemnon in het bad zal vermoord worden, dat Ilion gewroken is, dat zij zal sterven.
Zij verdwijnt in het paleis. Weldra klinken er noodkreten van Agamemnon uit het paleis. Klytaimnestra verschijnt met bloed overspat, eene bijl in de hand, luid schreeuwend:
‘Moi, moi, je l'ai frappé! c'est moi! La chose est faite!’
En dan barst haar toorn los, en verkondigt ze den verschrikten dienaren, dat zij hare dochter Iphigenia heeft gewroken - door den vader opgeofferd uit zucht naar glorie - hare Iphigenia, die op het altaar uitgestrekt hare