1865 eene beschrijving onder den titel van ‘Beschrijving der schilderijen, afkomstig van het Chirurgijnsgild te Amsterdam, met historische aanteekeningen omtrent het gild.’
In alles wat hij ondernam toonde Tilanus, groote voortvarendheid en onverzettelijke wilskracht. Wat hij zich voornam te doen, bracht hij ten uitvoer. De belangen aan hem toevertrouwd, ondervonden van die beide eigenschappen den machtigen invloed.
Zoo ijverde hij steeds met hart en ziel voor den bloei van het Genootschap ter bevordering van natuur-, genees- en heelkunde, waarvan hij 35 jaar Algemeen Secretaris was; bij gelegenheid van het 100-jarig bestaan van dit genootschap in 1890 werd hij tot Algemeen Voorzitter gekozen en hield hij in deze functie de feestrede. Hoe hoog zijn streven wordt gewaardeerd, bleek uit de aanbieding van een gouden eerepenning, maar vooral uit de hartelijke woorden waarmede de voorzitter van het Genootschap, Prof. P.K. Pel, hem die eervolle onderscheiding aanbood.
Met de grootste toewijding behartigde Tilanus de belangen van de Rijkskweekschool voor Vroedvrouwen te Amsterdam en aan zijn krachtig optreden is het te danken dat de gelegenheid werd opengesteld om in het gebouw dier kweekschool zelf kraamvrouwen te verplegen. Hiermede was een groote schrede gedaan op een goeden weg, daar nu ook de practische vorming der leerling-vroedvrouwen - althans grootendeels - in de school zelve kon plaats vinden.
Ook de ‘Vereeniging voor ziekenverpleging’ te Amsterdam mocht zich steeds in zijne belangstelling en krachtigen steun verheugen.
Zoo is Tilanus zijn geheele leven door voor allen een voorbeeld geweest van ijver en trouwe plichtsbetrachting. Niet het minst heeft hij zijne leerlingen aan zich verplicht, die hem steeds bereid vonden hen voor te lichten en te helpen; tijd, moeite noch opoffering daartoe was hem ooit te veel. Menigeen herdenkt met diepe erkentelijkheid hoe Tilanus hem met raad en daad terzijde stond in de uitoefening van zijn moeitevollen werkkring, maar vooral de groote hulpvaardigheid, waarmede die steun werd verleend. Dankbaarheid was dan ook de grondtoon van de feestviering op 12 Mei.
Met een grooten schat van wetenschappelijke bijdragen heeft Tilanus de geneeskundige literatuur niet verrijkt, maar niettemin heeft hij door voorbeeld en onderwijs, evenals zijn onvergetelijke vader, krachtig bijgedragen tot verheffing der chirurgie in Nederland. Een breede schaar van leerlingen heeft hij gevormd, die overal in den lande verspreid, tot eer van den kundigen meester en tot zegen der menschheid werkzaam zijn.
Welsprekend in den eigenlijken zin des woords was Tilanus niet, doch wat hij in dit opzicht miste, vergoedde hij op bizondere wijze door eigenaardige woordenkeus en verrassende zinswendingen, die aan het geheel van zijn betoog vaak een humoristischen tint gaven, zoodat hij zijn gehoor altijd wist te boeien. De zeldzame helderheid, waarmede zijn chirurgische blik alles overzag en doorzag, ook waar anderen in het duister bleven tasten, de tact, waarmede