Duitschland in rouw bij het afsterven van zyn doorlugtige hoogheid, Willem de V
(ca. 1806)–Anoniem Duitsland in rouw bij het afsterven van zyn doorlugtige hoogheid, Willem de V– Auteursrechtvrij
[pagina 7]
| |
2.
Hy was de luister van eer en deugden,
Zyn mildadigheid die de armen altoos
verheugden,
Hy wierd opregt bemind,
En was een menschenvrind,
Heel neederig van aard,
Ja stil en heel bedaard.
3.
De Godsdienst was het meest daar hy op
doelde,
Na Jesus was het, daar zyn hart na woelde
In stilte ging hy heen,
Met traanen en gebeen,
En knielde voor den Heer,
Met groot ontzag en eer.
4.
Hy heeft op deze aarde veel moeten lyden
En heeft al veel met onlust moeten stryden
Hy was altyd gemoed,
In ramp- of tegenspoed;
Geduldig in het lot,
Eenswillens met zyn Godt.
5.
Maar menschen weest getroost, wy willen denken,
Dat God hem nu het eeuwig leven schenken
Het is het grootste loon,
Als men op Godes Zoon,
Zyn steun en trouwe zet,
Dan leeft men na de wet.
| |
[pagina 8]
| |
6.
Zoo ziet men dat den Heer aan alle zaken
Als het hem verveeld een einde komt te
maken,
Al is men hoog van staat,
Er is voor ons geen baat,
Al leeft men in zoo'n stryd,
De dood ons niet bevryd.
7.
Ach mogt nu elk mensch dit eens regt
bedenken,
De dood staat klaar als God maar komt
te wenken,
Hy leid nu in het graf,
Nu is hy van ons af,
Nu is hy uit de tyd
Van tegenspoed bevryd.
8.
Komt hier nu altemaal gy Opperhoofden
Komt groote Vorsten, en die van den
Hoven,
Vertroost dees eed'le Vrouw,
Die haare druk en rouw,
En klagten wyd en zyd,
Gantsch Brunswyk door verspreid.
TE ROTTERDAM, By JOHANNES SCHEFFERS, Boek-Drukker, in de Princestraat, by de Pennings-Brug. |
|