Bij deze algemeene opmerkingen over de zes inzendingen, die voor geenerlei onderscheiding in aanmerking konden komen, wil de Jury het liever laten. Zij komt nu allereerst tot twee inzendingen, die ook wel ‘Boven de Kracht’ bleken, maar die toch voldoende verdienstelijks boden, om voor een aanmoediging in aanmerking te komen.
Een Winterboek van de Wereld-bibliotheek werd dus toegekend aan:
a. Zonder motto en titel.
Een bloedige fantaisie van bestrafte wraakzucht; onbeholpen, doch met een zekere spanning in de voortschrijdende handelingen. - Yvonne Diehl, Arnhem.
b. Motto: Driemaal Zestien: Het eeuwige Vuur.
Een poging om iets zuivers en dieps te geven in den vorm van een Oostersche fantaisie - met een vreemde opvatting van het ‘zonde-begrip’. De zeer onbeholpen uitdrukkingswijze, wier onbeholpenheid nog versterkt uitkomt door een pogen om ‘rhythmisch' te schrijven, deed de uitkomst verre beneden het pogen blijven. Maar de inzendsters hebben, ook met haar illustraties, erg haar best gedaan.
Cora de Stuers en Anneke Hupkes te Bilthoven schreven den tekst; Mien Stuijver, te Utrecht maakte de teekeningen.
c. Motto: Zaansche Molen: Het Jaar, 20 jaar.
De samenstelster van wat in de 17de eeuw een Mask zou genoemd zijn, laat al de maanden en het Jaar een klein getal toepasselijke regels zeggen, die zij aan anderen ontleend heeft. Het is zeker beter, goede verzen aan anderen te ontleenen, dan zelf slechte te maken. Ook de costumeering is verdienstelijk aangegeven. Intusschen is de samenstelster er niet in geslaagd, iets op te bouwen dat naar den indruk der Jury als vertooning eenigszins zou kunnen boeien. De schrijfster is Nita Abbestee te Wormer.
Ten slotte de vier best geoordeelde:
1. De Ziel der Natuur. (Geen motto), 17 jaar.
Een pogen om in een gesprek tusschen een Stadsmeisje, dat met vacantie buiten is, een Den, het Boschwezen en een Aardgeest de tegenstelling tusschen Mensch en Natuur te laten uitkomen. Er is ook hier een afstand tusschen pogen en bereiken - hoewel niet zoo groot als bij de eerste groep. En daar de Jury zeer betwijfelde of het geheel zich wel voor een vertooning zou leenen, kon zij het niet als ‘geslaagd’ waardeeren.
Zij kende de inzendster, Mej. Dien van Mourik Broekman, Den Haag, een prijs ter waarde van f 10. - in boeken toe.