Droom en Daad. Jaargang 4(1926)– [tijdschrift] Droom en Daad– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 321] [p. 321] In nevelen de morgen komt door L. van Straaten-Bouberg Wilson In nevelen de morgen komt van najaarsdag, waarachter de belofte staat van zonnelach. En brandend stijgt de hemelvlam, als fakkellicht, Schijnt ons in gouden overvloed in 't aangezicht. Als dan gebluscht is aan de lucht dat gulden vuur, daalt vroom de hooge'en blanke rust van 't avonduur; Aan 't rimpellooze hemelmeer straalt koel de maan, een waterlelie, drijvend langs gewijde baan. Wij menschen zien 't en gaan voorbij, gedachtenloos, aan al dat schoon van aarde'en lucht, zoo ijl en broos, beseffen niet hoe vol genâ dit geven is, en denken dat gemis en smart het Lèven is. Vorige Volgende