Droom en Daad. Jaargang 4
(1926)– [tijdschrift] Droom en Daad– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 319]
| |
Een stilleven
| |
[pagina 320]
| |
een, in het geheel knappe schikking vormen. Mes, brood, kop met aardbeien, zijn tusschen de vlakken schotels een weer even oploopende lijn die er ook weer op wijst hoe wel overwogen deze kunstenares haar weg gaat in haar schikking. En tòch vraagt men zich af, is niet onder dit alles de eenheid verloren gegaan? Is er niet toch een gemis aan atmosfeer in dit stilleven? Ten slotte is toch ieder ding daar in zijn isolement, en zingt te veel een eigen stem. Maar de stem is zuiver! Met een innig doordringen in de stof zijn het porcelein, de kersen, het mes, de houten tafel geschilderd. Een Fransch aanvoelen van teere kleureffecten, naar het decoratieve overhellend. Zie de verschillen in eerste bord links, tinnen bord met den donkeren ondergrond en lichtende vruchten, het achterste bord in stilleren toon zonder deze contrasten. Louyse Moillon is een kunstenares die de fijne observatie verstaat, dit bewijzen nog beter enkele schilderijen in Grenoble, maar ook ons bezit in het Rijksmuseum toont hoe de eenvoudige dingen, door een kunstenaarshand omgewerkt worden tot een geheel, dat boven de werkelijkheid uit gaat, en een verheugenis voor alle tijden worden kan. |
|