Droom en Daad. Jaargang 4
(1926)– [tijdschrift] Droom en Daad– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 12]
| |
Waschdag
| |
[pagina 13]
| |
Oudejaarsnacht moet in het jaar, dat de Nieuwjaarsmorgen inluidt, tot werkelijkheid worden. Het is niet alleen ‘zwoegen en sloven’, wat de plaat ons laat zien. Er is een toegewijdheid in deze waschvrouw voor het werk, dat haar handen volbrengen. Zij en iedere huismoeder kennen iets van de vreugde, die elke gevouwen en gestreken wasch met zich brengt, als hij klaar en schoon voor haar ligt. En elk meisje, dat zelf voor de verzorging van haar dunne japonnetjes werd gezet, ieder, die wat smoezelig en verkreukt was, als nieuw onder het strijkijzer te voorschijn tooverde, weet iets van die vreugde, die de zegen van den arbeid is, de zegen van de daad. In elk toegewijd volbracht werk, in elk met moeite verworven diploma vinden we die vreugde terug. En het is met ons als met de waschvrouw: Als de daad, die déze dag eischt, niet wordt volbracht, is er morgen een tekort voor ons en de onzen. December, de maand van den Droom; Januari de maand van de Daad. De trouw aan de daad van heden zal de zuiverheid van den droom der toekomst mede bepalen. |
|