De nieuwe jaargang 1926
In den loop van dit jaar is het aantal abonné's op ons blad flink vooruitgegaan, maar nog zijn wij niet waar wij wezen moeten om geheel tevreden te kunnen zijn. Er zijn nog te veel lezeressen die verzuimen propaganda te maken voor ‘Droom en Daad’, en tegen dit groote aantal wegen de ijverige helpsters, die ons drie, vier, vijf of zelfs meer nieuwe abonné's aanbrengen, niet op. Laten nu allen eens hun best doen, de opening van den nieuwen jaargang is juist een geschikt moment. Raadt uw vriendinnen een abonnement op ‘Droom en Daad’ te plaatsen op hun verlanglijst voor St. Nicolaas of Kerstmis. Vertel hun van de mooie bijdragen die deze afgeloopen jaargang bevatte en verzeker hun dat de nieuwe jaargang even mooi wordt. Ge kunt alvast twee vervolgverhalen beloven:
NAAR HET LICHTE LAND, door MARIE SCHMITZ en HET LAND VAN DE BLAUWE BLOEM, door FRANCES HODGSON BURNETT, de schrijfster van ‘De Kleine Lord’.
(in de vertaling van Elisabeth Kalf).
En verder zullen er weer tal van korter bijdragen zijn van: Geertruida Carelsen, Tine Cool, Nan Copyn, Lous van Itallie, Mevr. Hendriks-Kappelhoff, T. van Huffel, Mevr. Kluit-de Clercq, Hélène Laman de Vries, A.C. verLoren van Themaat, B. Merema, Mevr. Stam-Dresselhuys, L. Simons, Mevr. van Straaten-Bouberg Wilson, Catherina van Rennès, Lode Zielens en anderen.
AAN HET WERK DUS!