Droom en Daad. Jaargang 3
(1925)– [tijdschrift] Droom en Daad– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 353]
| |
Christus' geboorte
| |
[pagina 354]
| |
de helling van den Subasio de witte trekossen met hun prachtige horens een zware wijnkar optrekken; forsch en sierlijk silhouet tegen den blauwen hemel. En op de landweggetjes tusschen olijf- en moerbeiboomen liep rank en fier het ezeltje, beladen met kind of vrouw; het liep er zoo vrij en tierig; een stuk van de natuur. De schilder had de beesten als kind al lief; met zachte vertrouwde oogen keken zij hem aan en hij zette ze op zijn schilderij, tevreden dat hij zoo kostelijk liefs kon zetten naast 't ‘kind van licht’. Wie de vrouw (of de man) is die zoo nobele, vrome handen uitstrekt, is niet meer uit te maken; Anna of Jozef. Maar ook dit komt er minder op aan. In 't gebaar van die prachtige handen ligt immers alles uitgedrukt wat een ziel aan overgave, eerbied en dankbaarheid kan gevoelen. Lang, heel lang, heb ik voor dit heerlijke gedicht in lijnen en kleuren getoefd. De kleuren zijn vaag en bijna weggewischt; op de lijnen komt het aan; daarin leeft het rythme van de kunstenaarsziel het meest. En ik hoop dat de afbeelding u iets van dezelfde ontroering geven zal, die mij bewoog, toen ik het ‘wonder’ op de muur van de Santa Chiara aanschouwde, waar eeuwen lang een dikke kalklaag het aan de oogen der menschheid heeft onttrokken. Het is nog niet zoo lang geleden, dat het weer door vrome handen te voorschijn is gebracht. Zelfs in het kunstzinnige Italië konden dus dergelijke barbaarsche dingen gebeuren! Hoogstwaarschijnlijk was de kerk toen in onwaardige handen. Het bezoek aan de Santa Chiara, dat aan geheel Assisi trouwens, blijft voor mij onvergetelijk. Het kwam mij voor of alles wat Italië aan dichterlijks en liefelijks bezat, hier was vereenigd. De Santa Chiara is een van de vele kerken waarmee Assisi is bedeeld. Het is een machtig gebouw, versierd met banden en strepen langs den romaanschen gevel, waar een rond venster met gekleurde glazen staat te fonkelen als een juweel. - Enorme contraforten of steenbogen staan als sterke, gespannen armen buiten de kerk in den grond geworteld. Vroeger heette de kerk San Giorgio; doch in de 13e eeuw gaf de aartsbisschop haar aan Clara, de heilige, toegewijde vriendin van Franciscus van Assisi; zij stichtte er het klooster den Clarissen en sindsdien heet de kerk naar haar. - Franciscus en Clara, dit tweetal heiligen beheerscht geheel Assisi; men kan dit stadje niet bezoeken of de herinnering aan die twee wonderbaarlijke levens dringt zich aan ons op. Zóo levend is zelfs die herinnering, dat ik meermalen, door Assisi dwalend, de sensatie kreeg, dat | |
[pagina 355]
| |
de eeuwen waren weggevallen en ik die beide vrome menschen om den hoek van een straat zou ontmoeten. De geest van Franciscus, dien zachten deemoedigen, maar die tevens zoo gevoelig was voor de schoonheid dezer aarde, die de bloemen liefhad en de dieren, die ze aansprak als broeders en zusters, die zoo innig gelukkig zijn kon als hij zich koesterde in de warme, weldoende zon, die geest dunkt me ook te huiveren in de lijnen van het fresco; ‘de geboorte van Christus’. Zóo zou hij het ook geschilderd kunnen hebben. De zachte zuiverheid van zijn ziel, zijn kinderlijke vroomheid, de liefde vooral die zijn leven heeft doen stralen door alle eeuwen heen, wij vinden ze in deze muurschildering met dankbaarheid terug. |
|