Uitslag van de prijsvraag
Jury: Mevr. G. Rueter, Mevr. C. van Suchtelen en de directie der W.B.
HET was een bonte bazaar van de meest verschillende producten van kunstvaardigheid en handigheid die de jury te beoordeelen kreeg en door die ongelijksoortigheid was het niet zoo heel gemakkelijk een billijke maatstaf van waardeering te vinden. De jury heeft echter zooveel mogelijk de inzendingen gerubriceerd; de kussens, taschjes en andere fraaie (soms ook niet fraaie) handwerken onderling vergeleken, en evenzoo gedaan met het rietvlechtwerk, het cartonnagewerk, de poppenhuizen, de boekbandjes, de teekeningen, de poppen, foto's enz.
In het algemeen was de indruk gunstig. Alle deelneemsters hebben hun best gedaan en sommige hebben veel tijd en toewijding aan hun werk besteed. Jammer dat bij enkelen alle toewijding en ijver en zelfs betrekkelijke kunstvaardigheid, niet in staat waren iets werkelijk moois te maken. De jury heeft bij deze verzuchting nog niet zoozeer op het oog de nagemaakte handwerkjes of de kant en klaar gekochte, reeds met een voorgeteekend patroon voorziene lederwerkjes, die alleen nog maar behoefden te worden beschilderd, of eenig ander eenvoudig slöjdwerk, waarbij van eigen smaak en inventie bitter weinig en van ‘zelfgemaakt’ eigenlijk in het geheel geen sprake is. Zij denkt vooral aan die meisjes, die met onmiskenbaren animo en veel geduld eigen ontwerpen hebben uitgevoerd. Zoo kon van een inzending, bestaande uit eenige kussens, taschjes en boekenleggers, alles keurig netjes gemaakt, toch geen enkel voorwerp de vergelijking met de bekroonde stukken doorstaan, omdat de inzendster te weinig, of liever wat al te veel kleurenzin bleek te bezitten. Ja, kakelbonte kleuren kùnnen mooi zijn, het komt er alleen maar op aan hòe ze kakelen. Een andere mededingster had een eigenaardig gevormden zak bedacht voor lange breipennen; een opzichzelf wel origineelen vorm, ofschoon de jury betwijfelde of hij in de praktijk zou voldoen. Maar de stof waaruit de tasch gemaakt was, zag er erg saai uit en de er op geborduurde ornamenten hoorden er niet bij, zaten er gek onlogisch opgeplakt. Ook van enkele anderen moest gezegd worden: Jammer, hoe aardig of hoe mooi had dit kunnen worden bij wat fijner smaak, wat meer gevoel voor verhoudingen, bij wat kunstzinnige leiding.