Een van de vele wegen
door Louise Feith
IS het niet heerlijk op een zonnigen voorjaarsmorgen door een bosch te loopen en de boomen hun armen juichend van nieuw leven ten hemel te zien strekken? Hef je onwillekeurig niet zelf de armen omhoog, om krachten naar je toe te trekken, krachten om je droomen in daden om te zetten?
Met vreugde zie je de verschillende wegen, die kunnen bijdragen tot opbouw van het groote huis, dat Maatschappij heet, wegen allen leidend naar dat ééne doel: innerlijke uitgroei, grootst mogelijke ontplooiing.
Op een kruispunt is de keuze echter moeilijk, alle paden vol voorjaarsbloemen nooden onbewust uit. Naast moed en durf om alles te wagen, alles te overwinnen, duikt eigen kleinheid en onbekwaamheid op. Innerlijke kracht stuwt echter naar voren, en doet beseffen, dat de kinderjaren nu voorbij zijn.
De kinderjaren ... tal van herinneringen roept dat woord te voorschijn, en 't is mogelijk bij het zich daarin verdiepen, dat langzamerhand het idee zich vormt: aan kinderen wil ik me geven, om niet alleen hun jeugd zonnig te maken, maar er toe mee te werken dat zij eens krachtig en blijmoedig tegenover 's levens moeilijkheden zullen staan.
Enthousiast rijpt het besluit: dit is mijn weg. Hoe echter te beginnen? Welke examens? Welke diploma's? School van Maatschappelijk werk? Diploma kinderopvoeding en kinderhygiéne? Zijn dit de eenige wegen, naar mijn doel?
Toen den vorigen zomer een pas-van-school-achttienjarig meisje een paar weken hielp op 't Hoogt te Noordwijkerhout, een van de huizen van de ‘Vereeniging tot het oprichten en instandhouden van kleine opvoedingstehuizen’, pakte haar dit werk zóó, dat ze besloot haar a.s. studieplannen op te geven.
‘Wat moet ik doen om later leidster te worden?’
‘Voor alles: mensch worden’, antwoordde Juffrouw van Dissel, de oprichtster en presidente-directrice van de Vereeniging.
Mensch worden....
D.i. uitgroeien, je naar alle kanten ontplooien, toestanden en medemenschen leeren begrijpen, en waardeeren. Elders gaan kijken in huisgezinnen,